BOB Debat Noordoost-Brabant 2010: Meeting Management

Voor het BOB Debat over meeting management zijn de hoofdrolspelers uit de regio aangeschoven in het sfeervolle conferentie- en trainingscentrum De Ruwenberg in sint-michielsgestel. Zij bespreken met name de invloed van het imago van een stad op het meeting management in de regio. Hoe zetten we ’s-Hertogenbosch nog meer op de zakelijke meetingkaart? Wat hebben we te bieden? En zijn we niet te bescheiden?


Uitgave: Okt-Nov 2010
Thema’s: Debat Meeting Management

Richard Jouvenaar is directeur van De Ruwenberg. Het hoofdgebouw van het centrum is een kasteel dat uit de veertiende eeuw stamt. Het ademt de sfeer van eeuwen, net als ’s-Hertogenbosch dat doet met haar monumentale binnenstad. De vraag is hoe je die historie inzet om de stad nog meer te profileren. Algemeen Directeur Regio-VVV Meierij & Noordoost-Brabant Rein de Laat: '’s-Hertogenbosch is niet meer de ontmoetingstad bekend van de kreet. Het is het nog wel, maar we moeten het begrip anders aanvliegen. Meer vanuit een Brabant-brede kapstok.'

Nu investeren
Met dat anders aanvliegen kan Jan van de Kooi wellicht van dienst zijn. Hij is sinds november 2009 manager van het net geopende 1931 Congrescentrum Brabant-hallen van Libéma. Dit centrum is gelegen bij de Brabanthallen in het monument de Oude Veemarkt. Het moet, met haar omvang, mede door de innige band met het Brabanthallencomplex gaan concurreren met centra als de RAI in Amsterdam en de Jaarbeurs in Utrecht. Maar investeren in deze tijd? Is dat een goed idee? Van de Kooi: 'Jazeker. Als nieuwkomer op de congresmarkt krijg je ook de aandacht van mensen juist omdat je nieuw bent. Ik hoor wel scepsis, maar gezien de boekingen die we nu binnenkrijgen merken we er zelf niet veel van.'

Locatie met karakter
'Het is soms lastig om in onze stad een geschikte locatie te vinden voor een evenement', merkt Bart van Poppelen. Hij is mede-eigenaar van Artishock, een fullservice bureau dat evenementen, congressen en seminars organiseert op allerlei gebieden. “Dan moeten we soms uitwijken. De Brabanthallen heeft het imago van ‘een blokkendoos’, zonder sfeer. Het kost veel geld om die sfeer te maken. We zoeken altijd een locatie met een karakter dat de doelgroep aanspreekt. We doen dat, in het geval van cliënten uit de omgeving, het liefst in ’s-Hertogenbosch zelf. 1931 ziet er wel indrukwekkend uit.' Ook Jan Witmer is blij met de komst van het centrum. 'Het is een prettige aanvulling omdat het zo groot is. Het heeft een magneetfunctie voor de hele regio.' Hij is directeur van conferentiehotel Guldenberg, een voormalig Jezuïetenklooster aan de rand van Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Sinds een jaar is Guldenberg, binnen het bestemmingsplan ‘buitengebied’ van de gemeente Haaren, erkend als een horeca- en dus een recreatieve bestemming.

Moderne mogelijkheden
Mensen blijven elkaar ontmoeten. Verandert er iets aan de vorm van congressen vanwege ontwikkelingen op bijvoorbeeld digitaal gebied? Verdwijnen de meerdaagse congressen? Van de Kooi: 'Die zijn er nog steeds hoor. Wel zie je dat congressen meer gebruik maken van moderne mogelijkheden als video conferencing. Er zijn zoveel manieren en er komt via verschillende kanalen teveel informatie op ons af. Maar wie gelooft nog wat bijvoorbeeld reclames ons beloven? Face to face blijft belangrijk, omdat het betrouwbaar is.' Witmer: 'Contactmomenten worden minder, maar zijn er nog wel. Met dynamiek scoor je; je moet blijven veranderen. Ik kijk ook nooit naar wat collega’s doen. Ik investeer liever in mijn eigen bedrijf dan in benchmarks. Vergelijken mag, maar uiteindelijk is iedereen zelf verantwoordelijk voor zijn eigen organisatie.'

                  BOB Debat 2

Hoge verwachtingen
'Als je het goed organiseert en verrassende of vernieuwende elementen toevoegt, blijven mensen komen', weet Van Poppelen. 'En dan heb ik het niet alleen over creativiteit, maar juist de perfecte logistieke invulling van die creativiteit. De verwachtingen zijn hoog en de budgetten zijn kleiner. Dan is het een creatieve uitdaging om er iedere keer weer wat bijzonders van te maken. Je moet aan de andere kant ook realistisch zijn. Zo organiseren wij een inhoudelijke bijeenkomst met na afloop een borrel, waarvan we weten dat sommige bezoekers echt alleen geïnteresseerd zijn in die netwerkborrel. En dat is ook prima, als de doelgroep dat wil.'

Bourgondisch
In ’s-Hertogenbosch is alles een excuus voor een feestje. Gebruiken jullie dat Bourgondische karakter? Wim van der Steen is General Manager van hotel Mövenpick ’s-Hertogenbosch. '’s-Hertogenbosch is net geen Maastricht. We moeten wat verzinnen met de invulling van het woord Bourgondisch. Bovendien kun je het ook negatief opvatten; als oubollig.' Van de Kooi: 'Ik kan me niet voorstellen dat iemand niet naar ’s-Hertogenbosch zou komen vanwege het Bourgondische karakter. Ik schaam me er niet voor. Volgens mij is het imago prima.' De Laat: 'Je moet goed nadenken over wat je laat zien. Dus niet alleen die kathedraal maar ook het Paleiskwartier. Je moet de stad uitdragen vanuit het eigen DNA.' Van der Steen: 'Misschien kunnen we uitdragen dat ’s-Hertogenbosch modern of gezond Bourgondisch is?'

Pluspunten
De stad heeft ook veel pluspunten. 'Het is een mooie stad met allure en er zijn legio mogelijkheden. Die worden nu nog te weinig benut', vindt Witmer. De Laat:
'’s-Hertogenbosch ligt middenin de Benelux.' Van de Kooi: 'Het is centraal gelegen, Bourgondisch en historisch. Dat totaalpakket trekt mensen over de streep.' '’s-Hertogenbosch heeft ook als voordeel dat het de hoofdstad van de provincie is', vindt Van der Steen. Dan nuancerend: 'De centrale ligging is ook een nadeel voor de hotels. Via A2, spoor of vliegveld Eindhoven weten veel mensen hun weg naar huis weer te vinden.'

Meest onontdekt
Zijn we te bescheiden? Van der Steen: 'Volgens mij zijn we de meest onontdekte stad van Nederland. Wat dat betreft is het tijd voor verandering.' De Laat knikt: 'Als we een acht krijgen moeten we voor een tien gaan.' Maar hoe laat je dan weten wat je in huis hebt als stad? Maastricht hing bijvoorbeeld billboards op in andere steden. Is dat iets voor ’s-Hertogenbosch? De Laat: 'Dan heb je het over een iets ander budget.' Jouvenaar: 'Arnhem en Nijmegen kregen een enorme boost door het aanprijzen door professionals.' De Laat: 'Ik maak me hard voor eenzelfde aanpak in ’s-Hertogenbosch. Dat is mijn persoonlijke ambitie. Al blijft geld een lastig punt. Als we ’s-Hertogenbosch meer op de kaart willen zetten, zullen alle partijen een bijdrage moeten doen. Ik vind dat daar ook een rol voor de Provincie ligt. En we moeten de plaatselijke krachten bundelen.'

          BOB Debat 3

De stad ’s-Hertogenbosch
Is ’s-Hertogenbosch een te klein dorp? Van der Steen denkt van niet. 'Maar de naam kan een probleem zijn, die is te ingewikkeld. Als mensen Den Bosch al kennen, dan meestal ’s-Hertogenbosch niet.' 'En dan kunnen ze het niet vinden vanwege de naam', lacht Jouvenaar. Van der Steen: 'Bezoekers zijn gecharmeerd van de binnenstad en de winkels, alleen een congrescentrum ontbreekt. Gelukkig komt daar met 1931 verandering in.' Witmer: 'Het is een kwestie van lobbyen en gunnen, ons kent ons. Mensen komen omdat ze ons aardig vinden.' En mensen blijken te komen. ’s-Hertogenbosch heeft na Amsterdam en Maastricht het meeste aantal dagbezoekers. 70% daarvan is winkelend publiek. Dat zijn bijna 6 miljoen bezoekers per jaar.

Gastheerschap
'In deze Bourgondische regio is gastheerschap ontzettend belangrijk. Op dat gebied is nog veel te winnen', vindt Walter van de Leur. Hij is directeur van ’t Strandpaviljoen Vught. 'Wij zijn in de eerste plaats een partycentrum. Maar aangezien we ons zo breed mogelijk willen profileren in deze tijd, is het ook mogelijk om vergaderingen en presentaties bij ons te houden. Wat dat betreft spelen we wel een bijrol vergeleken met andere deelnemers hier aan tafel. Gebruik je sterke kanten en wees blij met wie je bent. Wij plaatsen geen advertenties maar investeren liever in goed personeel. Gastheerschap is zo belangrijk.' De Laat: 'En we kunnen ons op dat gebied nog verder ontwikkelen. Daar kan zoveel fout gaan.' Witmer: 'Wij kijken daarvoor op internet. Gasten beoordelen ons en dat is voor ons een instrument om onze service te monitoren. Brabant scoort overigens goed.'

De vlag Eindhoven
'Het is jammer dat we hier geen PSV stadion hebben', vindt Jouvenaar. 'We zijn een stad die onder andere grote steden wordt geplaatst. Misschien moeten ze vliegveld Eindhoven maar Eindhoven-Den Bosch gaan noemen. Ik kom uit Den Haag en maakte twaalf jaar geleden de fout om hier te vragen of ’s-Hertogenbosch niet kon samengaan met de regio Eindhoven.' Hij pauzeert even voor het lachende, ietwat ontstemde ‘oe’ van zijn tafelgenoten. 'Als internationaal trainingscentrum merk ik dat buitenlanders beter bekend zijn met Eindhoven dan met ’s-Hertogenbosch. Het heeft een vliegveld, bekend voetbalstadion, congrescentrum en een aantal grote hotels. Een betere samenwerking tussen Eindhoven en ’s-Hertogenbosch is gewenst.'

Verloren zoon
'Gemeentes moeten samenwerken om Brabant te profileren', roept De Laat op. 'Ieder moet vanuit de eigen stad én regio het gebied op de kaart zetten. We moeten Brabant neerzetten buiten de grenzen van de provincie. Al loopt ’s Hertogenbosch wel voorop met het Jheronimus Boschjaar in 2016. Daar liggen kansen, maar gaat het proces wel snel genoeg? Dit jaar doen we overigens ook goede zaken met de Hoofdstad van de Smaak.' Krijgt ’s-Hertogenbosch dan opnieuw het label ‘stad van Jheronimus Bosch’? 'Dat is een must', vindt Van der Steen. 'We moeten de verloren zoon met alle egards binnenhalen.' Jouvenaar doet er een schepje bovenop: 'Als ze die begraafplaats niet snel vinden zeg ik dat hij hier op het terrein begraven is.' De Laat: 'Het is de dialoog van de toekomst, maar na al het praten wordt het tijd voor actie. We moeten nu doorpakken, de aanleiding is er. We moeten keuzes maken hoe we onszelf profileren, uitgaande van onze eigen identiteit.'

          BOB Debat 4

Krachten bundelen
'Als we samenwerken hebben we goud in handen', stelt Van Poppelen. 'Je moet delen om te kunnen vermenigvuldigen, we moeten onze krachten bundelen.' 'Ik wil graag samenwerken in het dorp ’s-Hertogenbosch', bepleit Van der Steen. 'Ik merk dat er hier animo voor is. Dat is in Amsterdam of Den Haag wel anders.' Witmer: 'We moeten meer samen arrangementen bieden en onze krachten bundelen.' Jouvenaar: 'Als trainingscentrum merken wij ook dat de vakantiespreiding lastig is. Een gezamenlijk initiatief vind ik erg interessant.' Van der Steen: 'We moeten niet bang zijn voor elkaar.'


Organisch
Vijf jaar geleden werd er gestart met een samenwerkingsverband in de vorm van een congresbureau. Dat initiatief is nog steeds niet van de grond gekomen. Van de Kooi: 'Bij iedere stad komt zo’n initiatief moeizaam van de grond. Ik merk dat iedereen het belang van de komst van 1931 inziet. De gemeente en de VVV trekken de kar en moeten zorgen dat ze niet verzanden.' De Laat: 'Dat klinkt me als muziek in de oren. Er is veel natuurlijke samenwerking in ’s-Hertogenbosch. Dat gaat organisch. In het verleden was de opzet verkeerd. Ik denk dat we sterk moeten inzetten op heel Brabant. Eindhoven heeft ook wat te bieden. Maar uiteindelijk moet je de stad verkopen, de USP’s verschillen per stad.'

Steentje bijdragen
'’s-Hertogenbosch staat straks nog meer op de kaart vanwege 1931', ziet Van de Kooi. 'Maar ook ZLTO, HAS en andere zaken dragen daaraan bij. Als ik goede congressen verzorg en de anderen ook doen wat zij moeten doen - dus de bussen en treinen rijden op tijd en de mensen zijn vriendelijk - dan komt het wel goed. Iedereen moet zijn steentje bijdragen.' De Laat: 'We hebben recent met een groep mensen wat steden bezocht om te vergelijken. We zagen dat de zakelijke markt de afgelopen vier jaar wat heeft verloren. Ik ben pleitbezorger om mensen naar voren te schuiven die het verhaal van ’s-Hertogenbosch kunnen verkopen.'

< Alle thema's