Ondanks de crisisjaren lukte het hem om zijn bedrijf overeind te houden na een succesvolle doorstart in 2014, simpelweg omdat hij voldoende klanten had die zijn unieke aanpak wisten te waarderen. ‘Wij combineren de technische knowhow van grote bouwbedrijven met de kwaliteit van kleine aannemers in de particuliere bouw en passen dit toe bij renovatie- en utiliteitsprojecten’, zegt Ron van Roozendaal die Werktuigbouwkunde en Bouwkunde studeerde in Eindhoven en recent in 2015 nog zijn Master Bedrijfskunde behaalde aan Nyenrode Universiteit. ‘We werken veel met onze eigen mensen. Vakmensen die de praktijk op hun duimpje kennen én weten hoe ze met hun opdrachtgevers dienen te communiceren.’ De ondernemer die lang als brug fungeerde tussen de wereld van de bouwvakkers en die van de hoger opgeleiden, weet uit eigen ervaring hoe er door sommige tegen het beroep bouwvakker aangekeken wordt; alsof het domme, ongeschoolde jongens zijn. ‘Het beheersen van een ambacht is veel waard’, benadrukt de ondernemer met veertien medewerkers in dienst. ‘Je kunt wel zeer technisch geschoold zijn en tig diploma’s op zak hebben, maar goed metselen en timmeren blijft eveneens van onschatbare waarde als je degelijkheid en kwaliteit nastreeft. Niet alleen de cijfertjes moeten kloppen, maar ook hetgeen je bouwt en neerzet. Wij combineren ambacht met techniek. Ambachtelijk bouwen heeft niets met ouderwets bouwen te maken. Dit is een veronderstelling die nog steeds onterecht, ook vanuit het onderwijs, gemaakt wordt.’
Ommekeer
Zelf had hij op een gegeven moment het gevoel als manager te veel cijfermatig te denken, waarbij de menselijke factor werd verwaarloosd. Dit begon hem tegen te staan. Hij miste daarbij het contact met de werkvloer. ‘Ik was een theoreticus pur sang, weliswaar de eerste uit de familie die ging studeren, maar ik wilde de praktijk dichterbij halen en dus meer met mijn poten in de modder staan’, legt Ron uit die na dit inzicht de stoute schoenen aantrok. Hij zegde zijn baan in de sportbouw op en deed zijn leaseauto de deur uit. Zijn pak en stropdas verving hij door een poloshirtje en jeans. Het overlijden van zijn vrouw, waardoor hij in 2001 met twee kinderen van drie en vier achterbleef, speelde bij deze ommekeer geen onbelangrijke rol. Hij kwam tot het besef dat hij op zakelijk vlak in een trein zat die alsmaar doordenderde. Een trein die veel geld en succes bracht, maar routinematig aanvoelde. Dus trok hij de stekker eruit en koos hij voor een geheel ander vertrekpunt: een eigen klein bedrijf, selectiever zijn in de keuze van partners, een scherpere focus op eigen omgeving met een gloednieuw team van medewerkers. ‘Ik ben er een leuker mens door geworden’, glimlacht hij tevreden wanneer hij terugblikt op de afgelopen jaren. ‘Ik doe mijn werk weer met plezier en werk alleen voor leuke, betrokken opdrachtgevers. Ik ben eigenaar en directeur van mijn aannemersbedrijf en stuur mijn mensen nog steeds dagelijks aan, maar ondervind geen stress meer. Het kan dus wel degelijk anders. Deze geestelijke onafhankelijkheid is voor mij het echte succes.’
Salarissenspel
Tegelijk met de ontwikkelingen die Van Roozendaal doormaakte in de vorm van persoonlijke groei en verrijking, viel hem steeds meer de waarde van eerlijk en transparant ondernemen richting klanten op. Zoals het gebruik van de populaire termen LEAN en duurzaamheid. ‘Deze worden maar al te vaak gehanteerd als een commerciële uiting’, vindt de techneut die tevens installatietechniek, duurzaamheid en integraal bouwen doceert. ‘LEAN staat voor een open samenwerking met partners waarmee het algehele proces geoptimaliseerd kan worden middels het opsporen van verspilling. Dat hoef je als bedrijf niet te formaliseren, slechts waar te maken. Zo ook de term duurzaamheid. Wie roept dat zijn duurzame gebouw nul op de meter laat zien, moet dat maar eens aantonen. Ingewikkeld is dat niet, maar nooit worden er garanties voor de toekomst gegeven. Vaktermen hanteren als marketingtool mag best, tenslotte moet je als ondernemer in deze commerciële wereld opvallen als je niet achter wil blijven. Maar wees daar eerlijk over richting je klanten.’ Hij onderkent dat er ook ondernemers zijn die realistisch met deze populaire uitingen omgaan en die er net als hij bewust voor kiezen niet aan dit spel mee te doen. Een ander spel waar Van Roozendaal openhartig zijn mening over deelt, is het salarissenspel binnen de maatschappij. ‘De verhoudingen zijn compleet doorgeslagen’, stelt hij vast. ‘Waardeer alle productiemedewerkers en managers naar toegevoegde waarde. Van mij mag een timmerman als vakman best meer verdienen dan de salesmanager die het product slim weet te verkopen, maar nog nooit een hamer in zijn handen heeft gehad. Ik ben niet partijdig, ik draag beide werelden een warm hart toe. Ik pleit als betrokken ondernemer met een stel gezonde hersens slechts voor enig realisme en redelijkheid.’