‘Op mijn vijftiende begon ik in de interieurbouw. Mijn overgrootvader had een bedrijf in vogelkooitjes. Mijn opa had een timmerbedrijf en mijn vader zat ook in de timmerwereld. In die tijd volgde je gewoon je vader op. Na de LTS ben ik gaan werken. Na vier jaar ging mijn baas failliet en begon ik voor mezelf. Twee jaar later kwamen mijn broer Rob en onze vriend Werner Mies erbij. RMR is de afkorting van onze achternamen. Binnen een paar jaar hadden we zo’n twintig man in dienst en besloten we ons toe te leggen op totaalinrichting in het hogere segment. Omdat we daar goed in waren, maar ook omdat daarin minder concurrentie was. Het gros van de interieurbouwers pakt namelijk alles aan.’
Niet al te blufferig
‘Ik benaderde gerenommeerde architecten. Dat is niet zo moeilijk. Maar daarna moest ik het wel laten zien. In al die jaren hebben we altijd onze deadlines gehaald en ons werk is altijd honderd procent. Mensen weten dat wij ‘vakidioten’ zijn. En we begrijpen ook dat de klant geen zin heeft om eindeloos met ons aan tafel te zitten of te mailen. Vanaf dat moment werken we met de betere architecten en in grotere woningen in binnen- en buitenland. Ik wil daar trouwens niet al te blufferig over doen. Straks denken mensen dat ze niet bij ons terechtkunnen als ze in een rijtjeswoning wonen. Zo is het ook weer niet. We blijven gewone Brabantse jongens die toevallig veel over de vloer komen bij klanten met een exclusieve smaak. Zij willen hun woning in één stijl inrichten. Van de keuken tot de bibliotheek en van de wijnkelder tot de badkamer.’
Alles in de as
‘Onze orderportefeuille was altijd goed gevuld. Zowel de financiële crisis als de coronacrisis is vrij geruisloos aan ons voorbij gegaan. De brand in ons bedrijfspand in februari dit jaar heeft er wel ingehakt. Ik werd midden in de nacht gebeld: ‘Alles staat in brand’. In eerste instantie dacht ik nog dat het wel te redden viel, maar de volgende dag lag alles in de as en had ik alleen nog maar mijn telefoon. Van alle kanten werd ons hulp aangeboden. Een van onze klanten stond op de stoep: ‘Hier heb je de sleutels van mijn bedrijfspand, ik hoor wel wat je ermee doet’. Op Facebook kregen we zo’n zevenhonderd steunbetuigingen. Dat gaf een geweldige adrenalinestoot. We dachten: ‘We gaan niet volgend jaar aan de slag, maar volgende week al!’ Binnen een week zaten we in dit tijdelijke pand. Mede dankzij ons personeel. Daarna zijn we plannen gaan maken voor onze nieuwe werkplaats en showroom. Na de zomer starten we met de nieuwbouw. Het wordt een showroom die ze hier in de regio nog nooit hebben gezien. In totaal hebben we straks 300 vierkante meter met hoogtes variërend van vier tot negen meter. Het geeft onze klanten net dat laatste zetje.’
Bakkie met een sigaretje
‘Begin volgend jaar willen we openen met een groot feest. Zo sluiten we een turbulent jaar goed af. De brand was verschrikkelijk, maar daar staat tegenover dat we in juli twintig jaar bestaan. Om dat te vieren hebben we het luxe RMR tafelboek gemaakt met een groot aantal van onze projecten. Verder is Rogér Selij sinds januari mede-directeur. Rob en Werner treden de komende periode terug. Zelf heb ik er nooit over gedacht om te stoppen. Ik vind het leuk en ik ben er goed in. Of ik het voor de erkenning doe? Nou, er zijn dagen dat ik ook best bejaardenverzorger zou willen zijn. Aan een bakkie met een sigaretje, zonder stress. Maar niet elke dag. We hebben het hier immers goed met elkaar. In al die jaren zijn er misschien maar vier medewerkers vertrokken. We lunchen met zijn allen en op vrijdagmiddag pakken we samen een biertje. Tussendoor plannen we regelmatig een activiteit. En die jongens hebben elkaar óók gevonden. Ze spelen samen in een voetbalteam en gaan in het weekend weleens samen op stap. Zo houden wij het de komende tien jaar makkelijk vol.’
Samen de kar trekken
Rechterhand Rogér Selij: ‘Vier jaar terug werkte ik als zelfstandige in de interieur- en inrichtingbranche. Ik realiseerde projecten met name in het hotelwezen, de onderwijssector en de gezondheidszorg. Sinds ik bij RMR ben ingestapt is geen dag meer hetzelfde. Juist het high-end maat- werk inspireert mij. In samenspraak met (interieur)architecten realiseer ik een staaltje volwaardig maatwerk voor onze klanten. Sinds januari ben ik verantwoordelijk voor de dagelijks gang van zaken. Het is de bedoeling dat Frank en ik samen de kar blijven trekken. Werken met luxe materialen werkt aanstekelijk. Als je daar eenmaal van hebt geproefd, wil je niet anders meer. Ik doe mijn werk vol enthousiasme. Tja, ook ik ben een vakidioot.’