Hij nam hiervoor namelijk afscheid van een deel van het bedrijf dat opgericht werd door zijn opa. Opa Wim Pijnenburg richtte het 75 jaar geleden op. Toen was het een ijzerwarenhandel gecombineerd met een houthandel. In 1984 kwam het familiebedrijf in handen van zijn vader Jan Pijnenburg, waarna Emiel in 2006 instapte. ‘Het aanscherpen van onze focus is de juiste beslissing gebleken’, zegt Emiel. ‘Zowel voor het bedrijf als voor mij persoonlijk.’
Geschiedenis loslaten
Aan de muur prijkt de ingelijste cover van het Regio Business zakenmagazine uit 2006 waar hij samen met zijn vader op staat. Het bedrijf overnemen was een mijlpaal in Emiels carrière, net als de verkoop van een deel van het bedrijf vijf jaar geleden. Een stukje geschiedenis loslaten is niet makkelijk, maar het bleek een gouden greep. De focus werd op schroeffunderingen gelegd. ‘Het is een product waar ik in geloof en waar mijn kennis ligt’ verheldert hij. ‘De circulaire schroef, grotendeels vervaardigd uit duurzaam materiaal, past ook uitstekend bij de huidige (duurzame) ontwikkelingen in de bouwwereld’. Circulaire funderingen zijn ideaal voor (tijdelijke) bebouwing zoals tiny houses en -offices en recreatiewoningen. Een mooi alternatief voor de traditionele betonfundering met een CO2-besparing van zo’n 80%.
Horizon
Met PNL gaat het voortvarend en Covid-19 zorgde zelfs voor groei. Vorig jaar werd het familiebedrijf overstelpt met aanvragen voor circulaire funderingen. Mensen sloegen aan het klussen en bouwden tuinoverkappingen, tuinvlonders en minihuizen in hun achtertuin. ‘Ik kom zelfs personeel tekort’, glimlacht de derde generatie trots. ‘Een specifieke stip op de horizon heb ik momenteel niet. Deze koers voelt goed en zet ik vol vertrouwen voort.’ De ondernemer met zes medewerkers staat open voor kansen die voorbijkomen, maar ziet ook de uitdagingen. ‘Goede mensen vinden met een technische achtergrond en het circulair funderen nóg meer op de kaart zetten. Want ik ben van mening dat circulair funderen het fundament van de toekomst is.
Tekst: Jeanette van Haasen
Fotografie: Kees Bennema