BOB Debat Midden-Brabant 2012: Human Resources - Innovatie

Volgens de deelnemers aan dit BOB Debat is innovatie overal. Zowel bedrijven in de maakindustrie als in de zakelijke dienstverlening ontwikkelen nieuwe en verbeteren bestaande producten. En samenwerking binnen en tussen branches leidt steeds vaker tot mooie resultaten. Louis van Stralendorff, directeur-eigenaar van Interselling, leidt het gesprek.


Uitgave: Mei-Juni 2012
Thema’s: Innovatie Debat

Het debat vindt plaats bij De Cromvoirtse in Oisterwijk. De enorme productiehal annex werkplaats is gevuld met de geur van olie en metaal. Tot de debatruimte zelf dringen af en toe zaag- en snijgeluiden door. De debaters zitten namelijk in een ruimte die uitzicht biedt op de hal met daarin de meest recente innovatie van dit bedrijf. Ronnie van den Hurk is mededirecteur en -eigenaar van De Cromvoirtse dat gespecialiseerd is in metalen plaatwerk op maat. Hij vertelt: “We zijn aan het proefdraaien. Met deze machine zullen we nog sneller maatwerk kunnen fabriceren en afleveren. De fabriek zal in de toekomst computergestuurd en onbemand gaan werken. Tegelijk met deze machine lanceren we een nieuw webportaal. Onze ultieme droom is dat iemand ’s avonds om elf uur zijn bestelling invoert en dat deze ’s ochtends vroeg op een pallet klaar ligt, zonder dat daar iemand voor zijn bed uit heeft hoeven komen.” 

Lancering
TIC The Business Growers is een stichting die bedrijven in de zorg en of ICT helpt om innovaties naar de markt te brengen. Directeur Aschwin Geerts: “Wij hanteren harde criteria voor ondernemers die gebruik willen maken van onze faciliteiten. De meeste bedrijven die wij ondersteunen zijn groeiers, zij hebben een innovatief product en /of innovatieve dienst, zijn klaar voor de markt, maar hebben hulp nodig bij de vercommercialisering.” Eén van de uitzonderingen op deze regel is InTimer dat volgens Geerts een goede basis en investeerder heeft. Waarschijnlijk lanceert dit bedrijf aankomende herfst in Nederland en België de InTimer. Bianca van der Zwaan, projectleider bij InTimer vertelt: “We hebben ons product gepitcht bij TIC en de stichting besloot ons te steunen. We zijn al vier jaar bezig met de ontwikkeling en iets soortgelijks bestaat echt niet. Met de InTimer kunnen vrouwen door temperatuur- en cervixslijmmetingen nauwkeurig bepalen wat hun meest vruchtbare periode is. Wij verwachten dat een gang naar de gynaecoloog hierdoor in bepaalde gevallen overbodig wordt en dat de zorgkosten daardoor omlaag gaan.”

Innoveren moet?
Uit dit debat blijkt dat eigenlijk geen enkele ondernemer zonder innovatie kan, maar dat innoveren geen doel op zich moet zijn. Een logische vraag om de discussie mee te starten is of iedere ondernemer moet innoveren? Marc Oomens is eigenaar van Intermedia Holland en mede-eigenaar van Intermedia Engineering en Pelders Metaal, een aantal bedrijven op het gebied van machinetechnologie, -installatie, -besturingen, metaalbewerking en constructie. Hij is van mening dat ‘iedere goede ondernemer altijd bezig is met innovatie zowel bij en voor zijn klanten als intern’. Hij merkt ook op dat bij interne innovatie medewerkers het lastig kunnen vinden om mee te veranderen. Hij adviseert: “Je kunt hen meekrijgen door open te zijn en duidelijk uit te leggen waarom je iets doet.” Een van de oplossingen die hiervoor aangedragen wordt, is het werken met kleinere groepen. In één keer honderden medewerkers ergens van overtuigen, is een stuk lastiger dan te beginnen met een kleine projectgroep. Volgens Carmen de Jonge vindt innovatie plaats in alle soorten branches. De Jonge is directeur bij Wissenraet van Spaendonk. Deze organisatie helpt brancheorganisaties beter te ondernemen, te lobbyen bij overheden en bevordert samenwerking. Ze vertelt: “Ik zie ook innovatie in de zakelijke dienstverlening; het gaat dan vaak om cocreatie en het samenwerken met klanten.” Maar ze geeft ook aan dat bedrijven in de zakelijke dienstverlening, zoals makelaars, nog flinke stappen kunnen zetten. “Ik herken dat ondernemers vooruit moeten blijven kijken. Binnen de diverse branches heb je directeur-eigenaren en de directeuren die in loondienst zijn. Deze tweede groep staat er anders, soms voorzichtiger, in. Zij denken aan zaken als: heb ik het geld, hoe is mijn positie, wat vindt de raad van commissarissen ervan. Die directeureigenaar is veel gretiger om met de markt aan de slag te gaan.” Bas Luiting (Connex) is ondernemer sinds 15 jaar en industrieel ontwerper met als specialisme kabelgoten. Hij is het eens met Carmen de Jonge en zegt: “Zelfstandigen hebben meer drive. Ik ben zelf actief in een segment waarin al 30 jaar niet geïnnoveerd werd.” Er zijn dus toch branches waarin jarenlang nie
of nauwelijks geïnnoveerd is. Bas Luiting ziet vooral innovatieve producten ontstaan bij, zoals hij het noemt, ‘kleine slimmeriken’. “De trend in de kabelbranche is dat het steeds goedkoper moet. En daar liggen mogelijkheden voor kleine zaakjes zoals de mijne. De markt vraagt daarnaast om snelheid, dus werken we ook in het weekend als dat nodig is.” De inrichtingsbranche waaraan hij veel levert, beleeft nog altijd moeilijke tijden. Mo Kassem (My Own Project, ondermeer betrokken bij verschillende SieMatic-winkels) bevestigt: “Ook ik opereer in een markt die het moeilijk heeft. Ik zie veel ondernemers die succesvol zijn in het verbeteren van bestaande technieken, maar dat schaar ik niet onder innovatie.” My Own Project is een internetmodule die consumenten op een unieke wijze, door middel vanerkende architecten in contact brengt met leveranciers in de bouw, verbouw en woonbranche.

Samenwerking
De term social of open innovation komt ter tafel. De debaters zijn hier zeer positief over. Bas Luiting vertelt: “Wij stimuleren samenwerking tussen design, technologie, vastgoed en de inrichtingsbranche. Open innovatie bestaat al lang, maar wordt de laatste jaren meer zichtbaar en er staan meer ondernemers voor open.” Hij stelt dat het niet altijd nodig is een product te beschermen met een patent. “Zolang je als bedrijf maar snel blijft innoveren. Open innovatie in mijn branche is als een aantal kleinere bedrijven met dezelfde drive de klant overtuigen mee te gaan in een nieuwe ontwikkeling.” Filip van der Heijden (directeur van Lichtvormgevers) is het met Bas Luiting eens. Zijn bedrijf versterkt met licht de identiteit van bedrijven. Hij vertelt: “De lichtbranche en elektrotechniek zijn zeer traditioneel en lichtfabrikanten zijn conservatief.” Zijn bedrijf heeft geen last van behoudendheid en werkt volop samen om innovaties te realiseren. “Bijvoorbeeld door met Philips een armatuur voor duurzame verlichting te ontwikkelen. Ook klanten speelden hierin een grote rol, in een open innovatieplatform hebben zij hun wensen kenbaar gemaakt.” Volgens Aschwin Geerts is de regio Midden-Brabant uitermate geschikt voor open innovatie. “Deze regio beschikt over zeer veel goede ideeën. En innovaties zijn zeker niet altij technisch van aard, het creëren van nieuwe verdienmodellen is ook een vorm van innovatie.”

pag 69 Bob Debat inzet
Blijf actief

Bob Bloemers is manager duurzame energie bij Kuijpers Ecopartners waar hij zich vooral bezighoudt met besparingsmogelijkheden. Hij gelooft ook erg in open innovatie. Op de vraag van debatleider Louis van Stralendorff hoe zijn bedrijf zich onderscheidt, antwoordt hij: “Wij opereren in een conventionele, technische branche met vrijwel alleen maar techneuten als medewerkers. Onze klanten willen vooral ontzorgd worden en zijn niet zo geïnteresseerd in de techniek die daarachter zit. Wij kunnen het niet allemaal alleen en werken daarom samen met andere partijen aan duurzame oplossingen zoals energiecentrales. Deze zijn duurder dan traditionele centrales en er kan veel mis mee gaan, dus klanten zijn huiverig hierin te investeren.” De oplossing hiervoor vond Kuijpers Ecopartners door leaseconstructies in het leven te roepen. “De installatie blijft van ons en dat geldt dus ook voor het risico.” Ook Marc Oomens ziet dit soort leasevormen als goede oplossing. Hij schetst: “Veel van onze klanten zijn in deze crisistijd vooral bezig met overleven, geld vrijmaken om te investeren wordt veel minder gedaan.” Hij raadt ondernemers aan toch vooral actief te blijven, de markt op te gaan en leveranciers en beurzen te bezoeken. Mo Kassem wil van hem weten op welk moment hij een klant bij open innovatie betrekt. Oomens antwoordt: “Dat wisselt, de ene keer lanceren wij een idee bij een klant, de andere keer ontwikkelen we iets samen met de klant.” Bij InTimer draait de volledige productontwikkeling om de klant. Bianca van der Zwaan: “Ja, wij werken heel nauw samen met onze toekomstige klanten. Deze samenwerking verloopt soepel; vrouwen staan in de rij om het product te mogen testen. Hun ideeën zijn vaak erg nuttig voor ons.”

De blauwe oceaan
Carmen de Jonge sluit aan bij Marc Oomens’ reactie over ‘actief blijven’. Zij waarschuwt voor het gevaar ‘ingeslapen te raken’. “Om dit te voorkomen, zijn wij gestart met het actief delen van onze kennis via internet. We merken ook dat brancheorganisaties op dit gebied frisser worden.” Toch ziet ze nog steeds dat veel ondernemers daarin terughoudend zijn en vooral niet willen dat de rest van hun branche er met hun innovatie vandoor gaat. Bob Bloemers is van mening dat je daar als ondernemer niet te bang voor moet zijn. Hij zegt: “Zowel in goede als in slechte tijden kun je als ondernemer concurrentievoordeel behalen door een blauwe oceaan te zoeken terwijl je concurrenten in de rode oceaan rond blijven zwemmen. En dan hoeft het echt geen high tech productinnovatie te zijn, maar wel net iets anders dan de rest en betrek je klant er in een vroeg stadium bij. En na twee of drie jaar - als je concurrent het product ook heeft - kom je weer met iets nieuws.” Bloemers heeft het hier over de Blue Ocean Strategy. Deze bedrijfsstrategie draait om onbekende marktruimte, ruimte waar geen concurrent aanwezig is. Filip van der Heijden adviseert om innovaties wel te blijven kapitaliseren. Hij merkt op: “Bij een nieuwe innovatie, moet je de vorige niet ineens vergeten.”

Financiering
Niet alleen bedrijven kunnen op dit moment nauwelijks investeren, dat geldt ook voor banken. Louis van Stralendorff vraagt de debaters dan ook: “Is het ophalen van geld voor innovatie topsport?” Ronnie van den Hurk vertelt over de fiscale voordelen rond speur- en ontwikkelingswerk. “Mits je dit goed administreert, kun je een groot deel van je investering rondom een innovatie van de Belastingdienst terugkrijgen.” Aschwin Geerts voegt hieraan toe: “Wat vooral bij veel MKB’ers niet bekend is, is dat er ook verschillende innovatiesubsidies zijn. Sommige zijn fiscale regelingen en die mag je vaak stapelen op ander subsidieprogramma’s als IPC’s.” Het uitzoeken hiervan is volgens Geerts inderdaad topsport. Bas Luiting vertelt dat het hem teveel tijd kostte door het woud van informatie te komen. Andere debaters wijzen op de mogelijkheid subsidieadviseurs in te schakelen. Filip van der Heijden: “Met hen kun je goede afspraken maken, bijvoorbeeld over of je ze per uur betaalt of een percentage van een binnengehaalde subsidie geeft.” Toch stuiten mooie innovaties soms op vreemde, veelal bureaucratische regels van diezelfde overheid die de kosten voor speur- en ontwikkelingswerk aftrekbaar heeft gemaakt. “Soms werkt een innovatie een onderneming juist tegen”, vertelt Marc Oomens. “Een buitenlandse klant van ons is continu bezig met innovatieve oplossingen om de hoeveelheid afvalwater die hij produceert te verminderen. Op een bepaald moment produceerde hij zo weinig dat hij een boete van het regionale waterschap kreeg.” Soortgelijke kwesties doen zich ook voor bij bedrijven die hun energieverbruik omlaag brengen door besparingsmaatregelen. Oomens: “Dan verhoogt de energiemaatschappij het tarief, omdat ze minder hoeven te leveren.” Aan het eind van dit debat wil Mariëlle Ploegmakers, eigenaar van Regio Business, nog weten hoe de debaters aankijken tegen de risico’s van innoveren. “Innoveren brengt altijd risico’s met zich mee, je moet er 100% in geloven en een goed vertrouwen hebben in de partijen waarmee je samenwerkt ”, reageert Ronnie van den Hurk. Filip van der Heijden vergelijkt innovatie met het springen in een afgrond. “Dat is spannend, maar je voelt al snel de bodem. En hoe vaker je deze sprong waagt, hoe meer vertrouwen je krijgt.”

< Alle thema's