Ondernemen met Visie: Bart van de Loo en Boudewijn de Bont

Met 1931 Congrescentrum Brabanthallen gaf Hazenberg Bouw een mooi visitekaartje af. Het Bossche project is immers exemplarisch voor de onderscheidende kracht van de bouwgroep: een uniek totaalaanbod geleverd door de drie dochterbedrijven.


Uitgave: Dec 2010-Jan 2011
Thema’s: Aannemerij Banken Ondernemen met visie

Hazenberg Bouw bestaat uit Aannemingsbedrijf Nico de Bont, Bouwbedrijf Hazenberg (beide Vught) en Korteweg Bouw (Breda). Waar Nico de Bont gespecialiseerd is in het restaureren en herbestemmen van oude, monumentale gebouwen zijn Hazenberg Bouw en Korteweg Bouw algemene bouwbedrijven, actief in zowel de woning- als utiliteitsbouw. Complementair 'Dat wij beide disciplines in huis hebben, onderscheidt ons inderdaad in de markt', stelt Bart van de Loo van Bouwbedrijf Hazenberg, 'en uit die combinatie proberen we de komende jaren een flink deel van onze omzet te halen. Terwijl de eerstvolgende jaren wellicht weinig nieuwe kantoren worden gebouwd, wordt het revitaliseren van oude kantoren veel actueler. Er zullen ook steeds meer monumentale gebouwen vrijkomen (kerken, kloosters, fabrieksgebouwen) en wij hebben de knowhow om hieraan een zinvolle nieuwe invulling te geven.' 'De spreiding van activiteiten over meer sectoren van de bouwnijverheid, zorgt enigszins voor weerbaarheid in deze economisch barre tijden. Als de ene markt het laat afweten, kunnen wij ons immers op de andere richten; dat is de kracht van onze complementariteit', zegt Boudewijn de Bont van Aannemingsbedrijf Nico de Bont.

Race to the bottom
'Vóór de crisis kreeg ‘kwaliteit’ langzamerhand meer aandacht bij selectie- en aanbestedingsprocedures. Steeds vaker zagen we dat bij aanbestedingen niet alleen op prijs werd geselecteerd maar ook naar de aanpak en inhoud van het werk werd gekeken. Dat leidde tot innovatieve oplossingen en daardoor tot een betere prijs-kwaliteitverhouding. Jammer genoeg zorgt de huidige conjunctuur voor fixatie op het prijsaspect waarbij kwalitatieve aspecten soms te weinig aandacht krijgen. 30 tot 40% van ons werk halen wij uit aanbestedingen en momenteel vergt dat soms een evenwichtsoefening - hoeveel wil je zakken in prijs - want de aanbestedingsmarkt gaat werkelijk tot de bodem.' 'Anderzijds sta ik volledig achter de uitspraak dat ‘tegenwind de vlieger doet stijgen’', vervolgt Bart, 'hoe moeilijker het wordt, hoe meer je als organisatie alert bent op kansen. Het is mooi om te zien hoe wij met z’n allen de scherpte opzoeken, hoe iedereen meedenkt over hoe dingen beter kunnen en hoe wij die verbetertips kunnen vertalen naar de praktijk. Dat is dan weer het mooie aan deze crisis.'

Grijs versus jong
'Onze bevolking vergrijst en dat uit zich in een tekort aan jonge bouwvakkers. In die schaarse markt proberen wij toch jonge krachten aan ons te binden want de instroom van jong bloed is een wezenlijk onderdeel van onze bedrijfsvoering; het waarborgt immers onze toekomst. Leerling timmerlieden en metselaars werken de eerste jaren van hun praktijkopleiding bij een samenwerkingsverband zoals het regionale SBH (Stichting Bouwopleiding ’s-Hertogenbosch). Zij gaan één dag in de week naar school en de rest van de tijd werken zij, onder leiding van een van onze leermeesters, op onze bouwplaatsen. Na vier jaar kunnen zij bij ons een vast contract krijgen. Opleiden vraagt echter de nodige tijd en aandacht voor het begeleiden en de persoonlijke ontwikkeling van jonge mensen op een moment dat de economische situatie allesbehalve rooskleurig is; dat is een ander dilemma waarmee wij worden geconfronteerd. Toch blijven wij veel mensen opleiden want wij willen klaarstaan op het moment dat de sector weer aantrekt. Naast onze vaste kern (ca. 300 mensen) kunnen wij beschikken over een aantal leerlingen, inleners en onderaannemers. Door die flexibiliteit kunnen wij inspelen op pieken en dalen, maar de valkuil is dat je vergeet te investeren in de instroom die nodig is voor het toekomstige vakmanschap. De bouw is een prachtig vak, en hoewel wij nog een paar lastige jaren tegemoet gaan, ben ik optimistisch over de toekomst van de sector', besluit Boudewijn.

< Alle thema's