Zelf zijn Rob en Harm den Ouden ‘pas’ de derde generatie in het bedrijf dat bijna zeventig jaar geleden werd opgericht. In 1948 begon opa Tein een loonwerkersbedrijf in Schijndel. Vijf broers zetten het daarna voort. Het groeide uit tot een brede en internationale organisatie met zo’n 200 medewerkers, steunend op drie pijlers: infrastructuur, groenrecycling en Ferm O Feed. ‘Door voortdurend meedenken over het ontwikkelen van nieuwe duurzame oplossingen en onze expertise te koppelen aan nieuwe marktsegmenten, groeien we gestaag verder. Robs bijdrage aan die groei is aanzienlijk’, benadrukt neef Harm. ‘Met name bij het zusterbedrijf Ferm O Feed zorgde hij voor een verbreding van het aanbod en uitbreiding van het afzetgebied. Met als gevolg dat we vandaag 70 landen bedienen met onze organische meststoffen.’
Thuiskomen
Ik stel de stereotiepe vraag of je als volgende generatie echt de keuze hebt al dan niet deel uit te maken van het familiebedrijf? ‘Jawel, elke dag opnieuw zelfs’, luidt het antwoord. ‘Maar dit is wat we van kinds af aan willen. Op ons twaalfde stonden we hier al auto’s te wassen. Maar opa had als stelregel dat je zelf je weg moest zoeken. Dat betekende dat je na je afstuderen minimaal een jaar of twee in een ander bedrijf moest gaan werken. Maar onze weg leidde toch hierheen. We zijn trots op dit bedrijf. En willen het verder laten groeien om het op onze beurt weer door te geven.’
Eensgezind
De taakverdeling is perfect, vinden beiden. Harm is operationeel directeur. ‘Goed in het sturen van processen en mensen. Een snelle en proactieve denker.’ Rob staat in voor de commerciële strategie van het bedrijf. ‘Hoe worden we minder afhankelijk van grote afnemers? Hoe verdiepen we ons productenpakket? Welke buitenlandse expansie streven we na? Dat soort vraagstukken boeit me enorm’, zegt hij gedreven. De neven zijn eensgezind: ‘Het is belangrijk dat je doet wat je graag doet, want daar ben je ook het beste in.’ Naast Rob en Harm werken nog zes andere Den Oudens van de derde generatie in het familiebedrijf. Maandelijks komen alle neven samen. ‘Zo weet iedereen in de familie wat we doen, waar we staan en welke richting we uitgaan. Open en eerlijk communiceren maakt dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen’, stelt Harm.
Rationeler
Naast het managementteam en collegadirectielid Jochem Langenhuijzen, weten Rob en Harm zich ook gesteund door een Raad van Advies. ‘Zij kijken in hoofdlijnen mee of we de goede richting uitgaan. Wat goed is voor het bedrijf, is goed voor de mensen die er werken. Omgekeerd gaat die stelling niet altijd op. Toch moet het belang van het bedrijf altijd vooropstaan. Een Raad van Advies kan dan wat meer op afstand naar de zaken kijken. Iets rationeler dan je als familie soms doet. Los van het periodieke toetsen begeleidde de Raad van Advies, samen met Jochem, ook de overdracht van de aandelen.’ Had de vorige generatie moeite om het bedrijf los te laten? ‘De een wat meer dan de ander’, glimlacht Rob. ‘En de ene blijft ook wat meer achter de schermen werken dan de andere. Maar zonder onderscheid hebben ze vertrouwen in de overdracht. Ze zien dat het goed gaat met het bedrijf en dat de groei zich voortzet.’
Wijsheden
Zijn Rob en Harm zelf gegroeid als ondernemer? ‘Ik weet sneller wat goed is voor het bedrijf. Wat de juiste partijen zijn om mee in zee te gaan. Wanneer ik moet wachten of juist moet toeslaan’, aldus Rob. Harm vindt op zijn beurt dat het doorlopen van alle disciplines in het bedrijf voor een brede en stevige basis heeft gezorgd. ‘Ik loop niet zo gauw met mijn kop tegen de muur.’ Aan de grondlegger van het bedrijf denken ze nog geregeld. En dan met name aan de wijsheden die hij de jongere generaties meegaf: ‘Een ander minder noemen, maakt jou niet meer’. ‘Dat advies van opa is ons altijd bijgebleven.’
Tekst: Gerda Baeyens
Fotografie: Arnold Reyneveld