Het verhaal begint bij overgrootvader Gijsbertus van Drunen. Hij begon in 1913 samen met zijn neef een bedrijf in het vervaardigen van herenschoenen: G. van Drunen & Zn & Co. Ruim honderd jaar later gaf Karel - als laatste van de derde generatie en na veertig jaar - het stokje opnieuw door. Een doordacht traject ging aan de overdracht vooraf.
Vreemd bloed
‘Tien jaar geleden begonnen we serieus na te denken over de toekomst van wat toen Durea heette’, vertelt Karel van Drunen. ‘Normaliter zou de derde generatie, twee broers, twee neven, in zes jaar tijd uit het bedrijf stappen. Op dat moment waren er nog geen opvolgers in beeld. De vraag was: verkopen we de zaak op termijn? Of zetten we door? We kozen voor continuïteit en gingen op zoek naar een verkoopdirecteur. Tot dan toe deed ik zowel productontwikkeling als sales, maar het werd steeds moeilijker om twee petten op te houden. Met Gerard-Jan van Blokland kwam er dus in 2011 ‘vreemd’ bloed bij. De achterliggende gedachte was dat hij zich eventueel in het bedrijf kon inkopen om het later mee over te nemen.’
Familiestatuut
‘Inmiddels was de vierde generatie in beeld gekomen. Dus besloten we een familiestatuut op te stellen. De bedoeling was tweeledig: openheid van zaken geven én de eisen vastleggen waaraan familieleden moeten voldoen om in de zaak te komen. Het is niet zo dat je als zoon of dochter automatisch aandelen krijgt. In het statuut stond onder meer dat er een vacature moet zijn als iemand in het bedrijf wil komen. Er wordt geen functie gecreëerd. Daarnaast moet je minimaal drie jaar ervaring opdoen in een gelijkwaardige functie in een andere onderneming. Verder was er de afspraak dat er geen echtgenotes in het bedrijf komen werken. Thuis en de zaak moeten gescheiden blijven. Bij de voorbespreking hebben we alle neven en nichten uitgenodigd. Al hebben ze niets met het familiebedrijf te maken, we wilden laten zien dat mijn twee zonen, Remco en Maarten, en de zoon van mijn broer, Peter, het niet zomaar in de schoot geworpen kregen. Ook de overdracht van de aandelen gebeurde geleidelijk. Als iemand van de derde generatie wegging, werden diens aandelen verkocht. Ik was de laatste om ze over te dragen.’
Vaders voorbeeld
‘Je werkt er lang naar toe’, beantwoordt Karel de vraag over loslaten. ‘De afgelopen twee jaar nam ik op vrijdag vrij. Dat was niet makkelijk. Het gaf de jongere generatie echter de kans beslissingen te nemen als ik er niet was. Ik ging steeds meer loslaten. Ik zag immers dat het goed ging. Natuurlijk worden er nog foutjes gemaakt, maar van fouten leer je het meest. Ik probeer niet dwingend te zijn. Geef enkel advies als ze erom vragen. De vierde generatie bestaat, op Gerard-Jan na, uit dertigers. Ze zien en doen de dingen anders. Die vrijheid moet je hen geven. Mijn vader gaf mij die ook. Dat heb ik altijd gewaardeerd.’
Opa
‘Officieel heb ik niets meer met van Drunen Schoenfabriek - de officiële naam sinds 2017 - te maken. Op het beheer van het gebouw na. Dat is nog van de derde generatie. Uit hoofde daarvan ben ik er nog wel bij betrokken. En ik word nog geregeld ingeschakeld voor rondleidingen in de fabriek. Verder heb ik nu meer tijd voor mijn hobby’s. Ik wandel vaker met mijn vrouw. Heb me aangesloten bij een tourclub en een fotoclub. En ik ben meer opa dan vroeger’, lacht Karel.
Eenheid
Had hij bij zijn afscheid nog een specifiek advies voor de jonge generatie? ‘Zorg dat je niet in elkaars vaarwater komt. Luister naar elkaar. Respecteer elkaar. Werk samen. Vorm geen eilandjes. Ik heb hen ook een bijzonder geschenk gegeven: vier cijfers ‘4’. In verschillende vormen, omdat ieder zijn eigen karakter, kennis en kwaliteiten heeft, driedimensionaal gefreesd en vervolgens aan elkaar gelijmd. Het staat symbool voor eenheid. Ik hoop dat ze er vaak naar kijken. Tot slot heb ik gezegd dat ze het DNA van onze merken Durea, Gijs en Lerora in stand moeten houden en niet overstag moeten gaan voor goedkopere producten of mindere kwaliteit.’
Tekst: Gerda Baeyens
Fotografie: Marjo van de Peppel