Voor hij in 2008 met collega René de Haas het stokje overnam, was Mark werkzaam in de sport. ‘De parallellen tussen sport en het leiden van een bedrijf in kunststoffen zijn groter dan je zou denken’, weerlegt hij de opmerking dat die twee levens wel erg uit elkaar liggen. ‘In beide gevallen gaat het immers om een team bouwen, talenten ontwikkelen en samen een doel nastreven.’ Dat alles doen ze bij Lakwijk met passie en verve. Het resultaat is een bedrijf dat uit zijn voegen barst, klanten die al decennialang trouw zijn en medewerkers die meegroeien met het bedrijf.
Van schip tot heup
‘Ik vind het prachtig dat we producten op maat maken en op die manier helpen de problemen van onze klanten op te lossen’, antwoordt Mark op de vraag wat hij zo aantrekkelijk vindt aan kunststof. ‘Neem bijvoorbeeld de machinebouw. In die wereld zijn ze continu bezig met uitdagingen, het innovatief oplossen van problemen. De specifieke eigenschappen van kunststoffen bieden dan vaak de oplossing. Omdat er tig soorten kunststof zijn, zijn de eigenschappen en daarmee toepassingen eindeloos. Vrijwel alle branches maken er dan ook gebruik van. Naast de machine- en scheepsbouw leveren we bijvoorbeeld aan de bouw, interieurbouw, landbouw, recreatie, voedingsmiddelenindustrie, sign & creation en de medische branche.’
Klein maar kritisch
Volgens Mark is de kracht van Lakwijk dat het bedrijf bijna alle kunststoffen en bewerkingsmogelijkheden onder één dak heeft. ‘We fungeren als de perfecte schakel tussen grote fabrikanten die standaardformaten leveren en klanten met behoefte aan maatwerk. Voor veel van onze klanten is kunststof in absolute zin een marginaal deel van de kostprijs van hun product. Tegelijk zijn het vaak kritische onderdelen van een machine of een schip. Als groothandel kunnen wij het halffabricaat tegen een scherpe prijs inkopen. Als de klant een product op maat wil, kunnen we het bewerken volgens tekening. We brengen onze technische kennis in en nemen het kunststofvraagstuk van de klant over. Door zoveel mogelijk organisatorisch een schakel in hun keten te worden, nemen we ook het geregel uit handen.’
Smart factory
‘Het is duidelijk dat kunststof de toekomst heeft’, gaat Mark enthousiast verder. Robotisering. Automatisering. 3D printen. De ontwikkelingen op technisch vlak gaan exponentieel snel. De komende tien jaar zal het net zo hard gaan als de afgelopen vijftig jaar samen. Wij evolueren richting een ‘smart factory’. Vanuit dat toekomstbeeld hebben we eind vorig jaar het naastgelegen pand erbij getrokken. Als het verleden een voorspellende waarde heeft, zouden we binnen drie à vijf jaar tegen de grenzen van ons huidige pand aanlopen. Met het nieuwe pand erbij, beschikken we nu over het dubbele van de voormalige ruimte.’
Recyclebaar
Waar moet de branche voor waken? Zijn er ook remmende factoren? ‘Het spreekt voor zich dat kunststof steeds minder afhankelijk moet worden van fossiele grondstoffen. En het moet afbreekbaar of in de nabije toekomst minimaal recyclebaar zijn. Maar eigenlijk gebeurt dat al volop. Ook wij scheiden de zaagresten. Dat afval wordt weer verwerkt tot granulaat en wordt teruggebracht in het productieproces. Als de scheiding van de verschillende soorten kunststof perfect gebeurt, ontstaat op die manier weer een hoogwaardig halffabricaat.’
Moeilijke branche
Een andere uitdaging ziet Lakwijk in de strenge eisen die eigen zijn aan bepaalde branches. ‘De voedingsmiddelenindustrie is bijvoorbeeld een moeilijke branche. Met een scherpe wet- en regelgeving. Voedingswarengeschiktheid en traceerbaarheid van het materiaal zijn belangrijk. Sommige concullega’s vinden het moeilijk of te duur om aan die eisen of veranderingen te voldoen. Waar anderen de markt verlaten, zien wij echter kansen. Als er iets moet veranderen, veranderen we mee. Die veranderbereidheid zit in ons DNA. We zijn al veertig jaar een kameleon. Veranderen al veertig jaar als onze omgeving erom vraagt.’
Ziel en zaligheid
Lakwijk Kunststoffen is volgens Mark letterlijk en figuurlijk een familiebedrijf. ‘Letterlijk, in de zin dat ik de tweede generatie ben. Figuurlijk, omdat de mensen in dit pand samen het bedrijf vormen. Ook voor hén is dit hun ziel en zaligheid. Die passie stopt niet bij pensionering. Want hoewel de eerste generatie medewerkers al met pensioen is, werkt een belangrijk deel nog steeds een paar dagen in de week. Diezelfde betrokkenheid zie je bij de jongere generatie. Dat heeft te maken met onze bedrijfscultuur. We zijn voortdurend in ontwikkeling. Dit bedrijf is nooit klaar. Dat geldt ook voor onze medewerkers. Ook zij zijn nooit ‘uit’ ontwikkeld. Alle senior functionarissen binnen ons bedrijf zijn onderaan begonnen. En voor elk van die functies hebben we al een opvolger in huis. We zijn écht klaar voor de toekomst.’
Tekst: Gerda Baeyens
Fotografie: Kees Bennema