Je leest het goed: in de speeltuin. Zo lang gaan de twee jongens al met elkaar om. Dat het Intera Interieurbouw is geworden, maakt hun droom helemáál waar. Ze vielen namelijk als een blok voor dit bedrijf. Vanwege het vakmanschap en alle projecten die het op haar naam heeft staan. De totaalinrichter wist tot op de dag van vandaag haar stempel te drukken met concepten voor o.a. de hospitality, leisuremarkt, restaurants en retail.
Old skool
‘Kijk, deze plek toont een stukje kunde van Intera’, zegt Max terwijl we in stadscafé Mathilde in Eindhoven zitten, het ouderlijk huis van Jans moeder. Jan kocht het twee jaar geleden en verzorgde het interieur van A tot Z. Een beter visitekaartje kun je niet wensen. De creativiteit, authenticiteit en het vermogen een dergelijk resultaat neer te zetten, ontgaat niemand. ‘Toch gaan we Intera nóg mooier maken met behoud van haar DNA’, gaat Max verder. ‘Het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden.’ ‘Intera gaat meer zichtbaarheid krijgen’, vult Luuk aan. ‘Gezien worden hoort er nu bij; je kan niet meer zonder.’ Jan vindt dat een grote toegevoegde waarde: ‘Ik ben old skool. In mijn tijd had je nog geen social media. Anno nu treed je naar buiten. De concurrentie is intussen vele malen groter geworden. Je moet dus in de kijker staan, blijven opvallen. Daar zijn deze jongens mee opgegroeid.’
Timing is alles
Luuk en Max zijn sinds twee maanden de eigenaren van Intera Interieurbouw. Het bedrijf stond trouwens niet te koop. Jan werd benaderd door een compagnon van hen. Of hij interesse had in een verkoop. ‘Aangezien ik geen opvolging had, ben ik daar serieus over na gaan denken’, vertelt de ondernemer die in het bedrijf van zijn vader werkte en in 1995 voor zichzelf begon. ‘Ik ben vijfenvijftig. Te jong om te stoppen, maar klaar met het bedrijven van topsport. De timing om te verkopen was juist. Ik was er aan toe.’ Toen hij de jonge Udenaren ontmoette, wist hij dat hij er goed aan deed. Het werd geen kille overname, integendeel. Na een paar gesprekken was de deal rond. ‘Groot voordeel, ze zijn met z’n tweetjes’, gaat Jan verder. ‘De een is operationeel, de ander commercieel. Daar ben ik best jaloers op. Ik heb het altijd alleen moeten doen, miste het sparren. Mijn werknemers waren erg betrokken, maar voelden uiteraard niet dezelfde verantwoordelijkheid.’
Onbetaalbaar
Luuk: ‘Niet alleen Max en ik zijn complementair aan elkaar, maar samen met Jan vullen we elkaar nog steeds perfect aan. Het is een fijn vooruitzicht om te weten dat Jan bij de zaak betrokken blijft als adviseur. Zijn kennis, ervaring en netwerk zijn onbetaalbaar.’ Een overname van een succesvol lopend bedrijf, dat is een keuze. Waarom niet een gloednieuw bedrijf starten en dat geheel naar eigen hand zetten? Hier hebben de twee van te voren goed over nagedacht. ‘We zijn geen achttien meer’, reageren de boezemvrienden die vier deuren langs elkaar opgroeiden. ‘We hebben beide een thuisfront en vaste lasten. Vanaf nul beginnen vonden we een te grote stap. Als het op niets uit blijkt te lopen, sta je met lege handen. Dat wilden we niet. Jan heeft het pad voor ons geëffend, wij hebben de eer dat te mogen uitbouwen. Een prachtkans.’
Vaderlijk oog
Max komt uit de kantoor- en winkelinrichting, deed veel ervaring op als projectleider en weet hoe het er in de maakindustrie aan toe gaat. Luuk zet graag zijn tanden in de commercie en popelt om Intera meer gezicht te geven. Ze hebben alle tijd gehad elkaar te doorgronden. ‘We kennen elkaar sinds de kleuterschool. Het is altijd onze ambitie geweest om samen ooit iets moois neer te zetten.’ Jan observeert het duo soms met een bijna vaderlijk oog. Hij geniet van de dynamiek tussen hen. Ze dagen elkaar uit, leggen de lat hoog. ‘Hun vriendschap kan een valkuil zijn’, merkt hij op. ‘Als het zakelijk een keertje botst, moeten ze daar wel tegen bestand zijn.’ Luuk en Max glimlachen. Alsof ze hier niet al over nagedacht hadden. Tuurlijk wel. ‘De vriendschap maakt kwetsbaar, maar we willen elkaar niet kwijt’, verzekeren ze. ‘We zijn beide eager en spreken dezelfde taal. Maar nog belangrijker, we hebben hetzelfde doel. Namelijk Intera naar een hoger plan tillen.’
Tekst: Jeanette van Haasen
Fotografie: Kees Bennema