‘Toen ik in 2019 bij dit bedrijf begon, had ik al het gevoel dat de lichtchip heel groot zou kunnen worden. Het bijzondere van wat we doen is dat we ons focussen op het maakproces. Daardoor kunnen we deze lichtchip toepasbaar maken voor bijvoorbeeld vliegtuigen, zelfrijdende auto’s, telefoons, noem maar op. Ons grote voorbeeld is het Taiwanese bedrijf TSMC. Zij doet precies hetzelfde, maar dan voor de alom bekende elektronica chip.’
Componenten
SMART Photonics maakt chips op basis van licht in plaats van elektronica. Ze bestaat sinds 2012 en heeft 140 medewerkers in dienst. ‘Alle credits aan diegenen die destijds al met het product begonnen vanaf nul naar iets’, zegt de CEO bescheiden. ‘Toen ik kwam, waren er al een man of zestig in dienst, hard op weg om dit te realiseren. Nu, drie jaar verder, zijn we meer dan verdubbeld in personeel.’ SMART Photonics is begonnen op basis van twee stromen werk: de club binnen Philips die optische componenten maakte en de TU in Eindhoven die veel onderzoek deed naar het maken van complexe fotonische chips. Complexe chips maken op basis van licht is nieuw. In simpele vormen zijn die al twee decennia in de markt, maar SMART zet als een van de weinige in de wereld wel vierhonderd componenten op één chip. ‘De elektronica is een zeshonderd miljard markt’, merkt Johan op. ‘Onze markt is nu nog maar twee miljard, maar heeft op de lange termijn een enorme potentie.’
75 miljoen
Aan het maakproces zit een keten van verschillende partijen vast. SMART, de maakpartij in deze, investeert veel in kennis en apparatuur. Dan is volume belangrijk. Hoe meer volume, hoe meer de kosten van kennis en apparatuur kunnen worden verdeeld waardoor het product toegankelijk wordt voor de massa. Niet alleen binnen de data- en telecom communicatie en automotive, maar ook in de gezondheidszorg oftewel personalized health. Denk aan het zelf thuis kunnen meten van je transpiratie of hartslag. Een hoogwaardig product als dit ontwikkelen en doorontwikkelen kost veel geld. SMART Photonics slaagde erin om in de afgelopen twee jaar vijfendertig miljoen bij investeerders op te halen en dertien miljoen te lenen bij de Rabobank. Het Nationale Groeifonds heeft, onder voorwaarden, aangegeven nog eens vijfenzeventig miljoen beschikbaar te stellen. ‘Ja, we zijn een dure club’, grijnst de techneut. ‘Altijd op zoek naar nieuw geld.’
Fabriek
Groter worden gaat gepaard met groei. SMART is van lab naar fab aan het gaan. ‘Het begint wat te worden, maar we zijn nog niet waar we moeten zijn’, zegt Johan voorzichtig. ‘Onze volgende stap is het bouwen van een grotere fabriek die tien keer zoveel chips kan maken dan nu. Een serieuze uitdaging omdat we volop in de innovatie zitten. We hebben al eerder de stap gemaakt van handmatig werken naar fabrieksmatig en al veel kennis opgedaan bij de eerste stap. De spanning van wéér een factor tien omhoog gaan en straks zo’n fabriek bouwen als eerste van de wereld, is een geweldig vooruitzicht.’
Dichtbij
Dat SMART net als bijvoorbeeld ASML aantoont dat een hightech maakindustrie gewoon kan bestaan in Nederland, Brabant in dit geval, maakt deze Fries best trots: ‘Wij opereren globaal, maar die eerste stappen doen we hier omdat we al een productielijn hebben staan die we aan het opschalen zijn. Als je een fabriek gaat bouwen wil je daar zo dicht mogelijk bij in de buurt blijven om van elkaar te kunnen blijven leren.’ SMART werkt veel met Nederlandse klanten en onderhoudt contacten met Brainport Industries. Ook stimuleert het de nieuwe aanwas van jonge elektronicabedrijven.
Helikopterview
Ik vraag hem of hij het niet mist om met zijn handen bezig te zijn. Hij schudt zijn hoofd. ‘Mijn rol is anders nu. Ik moet de breedte opzoeken, een helikopterview hebben. Bestendig zijn en visie hebben. Vaardigheden die ik van huis uit al wel heb, dat helpt.’ Wat hij in de loop van de jaren bewust anders is gaan doen, is de taal spreken van de partij met wie hij in gesprek is. Naarmate hij meer samenwerkt en partnerships opzet, rijst steeds vaker de vraag wat hij voor de ander kan betekenen. ‘Minder vanuit mezelf denken, ik heb dat echt moeten leren’, zegt hij tot slot. ‘Dat is voor een techneut als ik niet het meest natuurlijke.’
TEKST: JEANETTE VAN HAASEN
FOTOGRAFIE: KEES BENNEMA