BOB Debat Bouw & Techniek: Maak fouten en leer!

Dankzij nieuwe technieken verandert de wereld razendsnel. In bepaalde sectoren worden technologische innovaties al op grote schaal ingezet. Digitalisering en gebruik van big data kunnen bijdragen aan alledaagse uitdagingen als personeelstekort en hoge faalkosten. De bouw loopt echter nog fors achter ten opzichte van de industrie. Hoe komt dat en wat is hieraan te doen? En op welke innovaties moet je als ondernemer juist wel of niet inspelen? Gespreksleider Bert Damen vraagt het de deelnemers aan het BOB Debat.


Di 5 Nov 2019

Het BOB Debat vindt plaats bij World Wide Automation (WWA) in Oosterhout, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontwerpen van productielijnen voorzien van robots voor zeer uiteenlopende bedrijven: van kaasmakerij tot vliegtuigindustrie. ‘De door ons toegepaste robots worden ingezet bij productieautomatisering, procesengineering en het inbedrijfstellen van productieprocessen. Zo zet onze robot bijvoorbeeld binnen 3,5 minuut een deur-kozijn-combinatie van iedere gewenste afmeting in elkaar. Daar waren voorheen zes medewerkers voor nodig’, vertelt gastheer Maarten Hoogwout tijdens het afspelen van de introductiefilm van zijn bedrijf. Naast bevlogen ondernemer is Maarten ook een van de initiatiefnemers van Breda Robotics, een innovatieve broedplaats voor het ontwikkelen én toepassen van robotiseringsoplossingen. Hij vertelt: ‘In West-Brabant zijn we goed in het bedenken, maar minder goed in het vermarkten van onze ideeën. Daarom hebben we met een aantal innovatieve bedrijven, de gemeente Breda en Avans Hogeschool de krachten gebundeld.’

Mooie plaatjes
Na een korte rondleiding door het Robot Experience Center van WWA wordt gestart met het debat. Gespreksleider Bert vraagt zich af: ‘Klopt de beeldvorming dat de bouwsector achterloopt op innovatiegebied?’ Gastheer Maarten reageert: ‘De branche heeft absoluut geen innovatief karakter; men laat te veel liggen. Dit komt deels doordat het ontwerp voor een groot deel bepaald wordt door een architect, die niet over de kennis beschikt van het productieproces van de toeleveranciers.’ Daar is Dennis Vogels van Vogels Bouwmanagement het mee eens: ‘Een architect dacht vroeger mee in het totale proces, maar denkt tegenwoordig vooral aan het mooie plaatje. Daarom gaan wij altijd ‘stagelopen’ bij onze opdrachtgevers. Zo kunnen we productiestromen goed op elkaar laten aansluiten.’ Ook Harry Gubbels van Gubbels Bedrijven noemt de bouwbranche erg traditioneel. ‘In de sloopbranche waarin wij werken, is innovatie gekoppeld aan duurzaamheid. Circulariteit is hierin hét toverwoord. Daarvoor zijn we grotendeels afhankelijk van architecten. Zij denken nog onvoldoende mee; vanaf het begin moet worden bedacht wat er van een bestaand gebouw kan worden toegepast in een nieuw gebouw.’ Daar sluit Pieter Remmers van Remmers Bouwgroep zich bij aan: ‘Bij het ontwerpen moet al nagedacht worden over hoe een gebouw in de toekomst wordt gesloopt.’ Daarnaast vindt Pieter dat er in de ontwerpfase meer aandacht moet zijn voor het beheer en onderhoud van een pand. ‘Een goed gebouwbeheersysteem is essentieel. Het is hierbij vooral van belang dat het systeem slim is en dat er op basis van data gedurende het gebruik op een actieve manier ingespeeld kan worden op klimaatbeheersing en de juiste elektrische voorzieningen worden geboden op het gewenste moment. Er ligt te veel focus op de initiële investeringskosten terwijl deze tijdens de gebruiksfase ruimschoots worden terugverdiend. In het ontwerpproces moet een gebouweigenaar of gebruiker hier goed over worden geïnformeerd.’

Waanzin
Joost Hartman van Pelser Hartman zoekt de oorzaak van de achterstand binnen de huidige organisatie- en verantwoordelijkheidsstructuur in de bouw. ‘Bedrijven houden informatie te vaak voor zichzelf. Soms komt het voor dat we voor een project drie keer op dezelfde locatie aan het meten zijn. Dat is toch waanzin? Dat kan efficiënter en voordeliger als de aannemer eigenaarschap neemt en vervolgens de informatie deelt met alle betrokkenen’, meent Joost. Paul Kleijn van Technische Unie vindt het geen enkel probleem om informatie te delen: ‘Natuurlijk proberen we geld te verdienen aan onze innovaties. Maar we werken wel samen met onze branchegenoten en leveranciers. Daarom delen we onze kennis; we willen dat de hele keten erop vooruitgaat.’ Volgens Marcel van Bavel van BASED BIM management & consultancy komt samenwerking in de bouwbranche vaak lastig tot stand. Hij verklaart: ‘Niet alleen het product is bij ieder project telkens anders, ook de teamsamenstelling wijzigt. Als je met een team een proces hebt verbeterd, moet je bij de volgende klus vaak weer met een nieuw team van vooraf aan beginnen.’ Toch wordt er volgens Marcel wel volop geïnnoveerd: ‘Op het gebied van BIM, een werkmethodiek waarbij in een 3D Bouw Informatie Model integraal wordt samengewerkt door diverse disciplines in de bouwsector, zitten we zelfs internationaal in de kopgroep.’

Sociale innovatie
Ook Dennis werkt volop volgens de BIM-methode. ‘We proberen de scandata om te zetten naar een model dat automatisch wordt omgezet. Nu zijn voor het interpreteren van de data nog modelleurs nodig; deze stap willen we ertussen uit halen.’ Technische innovatie kan echter niet zonder sociale innovatie, meent Marcel. ‘Waar we vooral last van hebben is schaalgrootte; we hebben uiteindelijk altijd met mensen van doen. De uitdaging is om snelle technologische ontwikkelingen op een gebruiksvriendelijke manier aan te laten sluiten bij bedrijfsprocessen en data-strategie.’ ‘Maar hoe ga je de vervolgslag maken? Dus niet alleen het voorwerk digitaliseren alsook de productie automatiseren?’, vraagt Maarten zich af. Een aantal debatdeelnemers zegt daar al volop mee bezig te zijn. Zo ook Wim Ketelaars van W. Ketelaars Bestratingen & Groenvoorzieningen. ‘Wij hebben een Brickclean aangeschaft, dat is een zeer eenvoudig bedienbare palletiseermachine om gebruikte en nieuwe klinkers te formeren op een pallet. Maar waar ik tegenaanloop is dat de opdrachtgevers niet bereid zijn om te betalen voor de inzet van dit innovatieve apparaat. Daardoor staat dit apparaat nu stil. In mindere mate geldt dat ook voor de Tigerstone, onze machinale bestratingsmachine van 80.000 euro, deze wordt nog steeds niet optimaal ingezet.’ Wim heeft wel de wil om te innoveren, maar zegt dat niet alleen te kunnen. ‘De bouwbranche moet wel mee willen bewegen. Ik wil deze machines niet zozeer inzetten om meer winst te maken; de voornaamste reden is dat ik zuinig wil zijn op mijn mensen, zodat ze in goede gezondheid hun pensioen halen. Hopelijk komt er wetgeving die de inzet van dergelijke machines gaat verplichten.’ Harry reageert: ‘Het kan zijn dat je soms te vroeg bent met innoveren; als schakel ben je mede-afhankelijk van anderen in de keten.’ Bert is benieuwd wat de deelnemers doen om de keten in beweging te krijgen. Hendrik Roozen van Roozen van Hoppe reageert: ‘Aan de voorkant kun je veel meer reguleren en sturen. Alleen op de bouwplaats zelf zijn er te veel partners aan boord die niet met innovatie bezig willen zijn. Dan zul je ze moeten overtuigen. Want dwingen, dat gaat nooit goed.’

Luisterend oor
Paul probeert als technische groothandel meerwaarde te creëren door de klant te ontzorgen. ‘Onze rol is groter dan spullen van A naar B brengen. Er wordt door ons ingezet op een goede bouwplaats-logistiek en prefabricage, waardoor er efficiënter wordt gewerkt en faalkosten worden gereduceerd.’ Bovendien is dat veel duurzamer, meent Paul. ‘In de bouwbranche wil men graag duurzame BREAAM-certificeringen behalen, maar ondertussen rijden we massaal - zelfs in de file - de bouwplaats op. Dat kan én moet anders!’ Hendrik probeert de innovatieve mogelijkheden die er zijn, zo maximaal mogelijk in te zetten. ‘Bouwcomponenten zijn al lang klaar om geautomatiseerd te worden, maar het bouwproces nog lang niet. Daarom bepalen wij zelf wat we innoveren. Als de keten niet meewerkt, dan doen we het zelf.’ Ook Harry investeert in nieuwe technieken. ‘We hebben veel investeringen gedaan in materieel dat ervoor zorgt dat onze medewerkers minder fysiek worden belast. We hebben het proces om beton uit sloopwerken te breken, zeven, windshiften en wassen zodanig verbeterd dat het product als grintvervanger toegepast kan worden, nog meer circulair dus. Verder hebben we een nieuw product: grondverdringende schroefpalen als vervanger voor betonpalen. Op deze stalen buispalen kun je een lichtgewicht gebouw plaatsen.’ Pieter investeert niet zozeer in productinnovaties, maar in de kennis van zijn medewerkers. ‘Als ontwerpende bouwer richten wij ons op procesinnovatie en zijn we aan het uitgroeien tot kennisorganisatie. We werken samen met architecten en hebben daarnaast zelf ontwerpers in dienst en kennis op het gebied van constructie en interieuradvies. We bieden altijd een luisterend oor, maar geven ook altijd onze mening. Zo kan de klant zelfbewust kiezen.’

Papierloze bouwplaats
Bert vraagt zich af of er op korte termijn een technologische inhaalslag wordt gemaakt door de bouwsector. Dennis meent van wel. ‘Ik denk dat we met z’n allen wel willen, maar niet precies weten hoe. Er zijn volop subsidiemogelijkheden voor innovaties waarvan gebruik kan worden gemaakt; deze kansen moeten we pakken.’ Ook Marcel is positief gestemd. ‘Er gebeurt echt al veel. Neem VolkerWessels bijvoorbeeld. Dit grote bouwbedrijf werkt op projecten al met een papierloze bouwplaats. En daar zijn de werklui vooral zelf erg enthousiast over: geen stapels papieren meer en alle informatie direct bij de hand.’ Het valt Henny de Haas van Hoppenbrouwers Techniek op dat er steeds vaker prefab wordt gebouwd. ‘Dat levert zeker voordelen op, maar het moeten geen Oost-Duitse toestanden worden met overal dezelfde gebouwen.’ Volgens Joost is het 3D-scannen al een enorme vlucht aan het nemen. ‘Door snelle technologische innovaties gaat het scannen steeds sneller, waardoor het ook goedkoper wordt voor de klant.’ Iedere twee jaar vervangt Pelser Hartman zijn apparatuur. ‘Binnenkort schaffen we een scanner aan die binnen tien tot vijftien minuten het hele gebouw van WWA kan scannen. Daarbij letten we niet op de investeringskosten; dit apparaat gaat er hoe dan ook komen.’ Maarten reageert: ‘Jij innoveert omdat jij dat wil en ziet dat het een bepaalde richting op gaat. Of de terugverdientijd nu drie of tien jaar is, zoiets zit in je of niet. Bovendien kun je als ondernemer ook altijd gebruikmaken van diverse leaseconstructies, zodat je niet ineens een heel groot bedrag hoeft te betalen.’ Toch is het volgens Maarten een utopie om te denken dat de hele branche gaat veranderen. ‘De innovatieve stappen hoeven ook niet altijd groot te zijn, zolang je er als ondernemer maar wel mee bezig bent en bewuste keuzes maakt.’

Open mind
Bert vraagt zich af of ook technieken als Virtual Reality en Augmented Reality toegepast gaan worden in de bouw. Verschillende deelnemers knikken instemmend. Dennis is met Virtual Reality al volop aan het experimenteren. ‘Het definitieve ontwerp stellen we op met het programma Revit in 3D. Daarmee kunnen we onder meer maquettes printen en visualisaties en animaties maken. Die kun je ook met een VR-bril bekijken. Zo geven we onze klanten een heel duidelijk beeld van hoe hun pand eruit gaat zien. We zetten het nu vooral in voor de commerciële kant, echter zijn de mogelijkheden eindeloos.’ Maarten concludeert: ‘In de bouw zul je vaker met een open mind naar projecten en processen moeten kijken; als je doet wat je altijd doet, ga je immers nooit wat verbeteren.’ Daar is Dennis het volledig mee eens. ‘We moeten allemaal niet zozeer kijken naar de kostenkant, maar vooral naar de opbrengstkant. Oftewel: kiezen voor de lange termijn. Mijn advies: vergeet de beren op de weg en begin gewoon met z’n allen!’

Tekst: Linda Groothuijse
Fotografie: Peter van Vugt

< Alle Leukste werkgevers