RAAK Metals: Ik zie iets anders

‘Mijn overgrootvader liep met een handkar door de binnenstad van Tilburg. Hij deed in konijnenvellen, lompen, oud papier en metaal. Het was een ruige kerel. Naar verluidt hakte hij eens per ongeluk zijn pink eraf, stopte die in zijn binnenzak en werkte gewoon door.’


Uitgave: Mei-Juni 2017
Thema’s: Industrie Metaalbewerking Familiebedrijf

Het is alweer een eeuw geleden dat overgrootvader Antoon van Raak dat deed. Het bedrijf dat door de vierde generatie, Maarten van Raak (46), directeur / eigenaar van Raak Metals, geleid wordt, lijkt weinig meer op de schroothandel van weleer. Maarten: ‘Behalve dan dat wanneer we hier uit het raam kijken jij een berg rommel ziet liggen. Ik zie iets anders.’

Spannende app
Maarten laat de app op zijn telefoon zien. ‘Ik ben dagelijks bezig met volatiliteit; de bewegende prijzen. Enerzijds van ferrometalen, waarbij ijzer het voornaamste bestanddeel vormt. Die worden bepaald door vraag en aanbod op de wereldmarkt. En non-ferro, zoals aluminium, koper, zink, lood en RVS. Die zijn beursgerelateerd en worden verhandeld op de LME, de London Metal Exchange. De koersen veranderen per minuut. Dat maakt dit werk spannend en de handel levendig.’

Hofleverancier
’We hebben het predicaat Hofleverancierschap aangevraagd bij het Koningshuis, omdat ons bedrijf dit jaar zijn 100-jarig jubileum viert. Het gaat vooral om de uitstraling wanneer je die eretitel mag voeren. Het blijkt een heel protocol te behelzen, waarbij ook de arbeidsinspectie komt kijken. Belangrijk is dat je van onbesproken gedrag bent geweest, met name in en om de oorlog. Uiteindelijk moet de koning er daadwerkelijk zijn handtekening onder zetten.’ Lachend: ‘Misschien kan hij Máxima sturen om het bij ons af te geven.’

Recycling als werkterrein
‘Simpel gezegd werkt onze handel als volgt: wij kopen metaal op, wat we hier sorteren en knippen. Vervolgens verkopen we dat aan staalfabrieken en de plaatverwerkende industrie. We zijn ISO-gecertificeerd, alles moet aan hoge milieu-eisen voldoen. De staalfabriek, bijvoorbeeld de vroegere Hoogovens in IJmuiden, nu Tata Steel, smelt het om tot staalplaten, waarvan nieuwe producten gefabriceerd worden. Recycling is ons werkterrein. Eigenlijk deed mijn overgrootvader ook al aan recycling, voordat iemand ooit van dat woord gehoord had.’

Op de aanhanger
‘We hebben veel industrieklanten met een vaste container van ons op hun terrein. Het minimum is één van een kuub. Wij rijden dagelijks een route om al die containers weer in te zamelen. Onze toegevoegde waarde is dat we de klanten goed adviseren, bijvoorbeeld hoe ze zodanig afval kunnen scheiden dat het een hogere opbrengst oplevert. Ook particulieren komen hier langs, met een oude fiets, cv-ketel of afwasmachine op de aanhanger. Bij de milieustraat moeten ze soms betalen, bij ons krijgen ze er geld voor.’

Imposant
‘Ik werkte hier al als kleine jongen. Mijn pa is een denker en een doener, hij liep rond in een overall. Elke vakantie en ieder vrij uurtje kwam ik helpen. De zaak trok. Staal en roest vond ik mooi en vooral het groot materieel wat erbij komt kijken: heftrucks, kranen en vrachtwagens. Imposant.’ Maartens eerste baan was bij Raak Staal, het andere bedrijf van de familie, wat inmiddels is overgenomen door broer Rutger. In 1995 stopte een neef bij Raak Metals en kwam Maarten in de onderneming. ‘Drie jaar later ben ik het bedrijf gaan leiden. Weer drie jaar later kon ik het overnemen.’

Natuurlijk proces
Het proces liep natuurlijk, of zoals Maarten het uitdrukt: ‘langs de weg der geleiding’. ‘Ik lijk op mijn vader in de zin van dat ik praktisch ben en ‘hands on’. Toen ik het bedrijf ging leiden, voerde ik nieuwe ideeën door. Het ging vaak om simpele zaken, zoals een efficiëntere routing. Ik heb het zorgvuldig en rustig opgebouwd. Mijn vader gaf me alle vrijheid en mijn rechterhand Wim, een oudere collega, was mijn back-up. Ik ben nu werkgever van een vaste club die heel zelfstandig is. Verder houd ik mij bezig met de in- en verkoop van materialen, met klantcontact en innovatie.’ In 2014 opende Raak Metals ook een vestiging in Best.

Een onsje meer

‘Vanaf 2003 ging de economie groeien en hebben we topjaren gehad. In 2008 knalden de schrootprijzen in elkaar. Wij hadden lopende afspraken met twee sloopbedrijven, met prijzen die contractueel waren vastgelegd. Het ijzer moest voor een te lage prijs worden doorverkocht, dus we leden verlies. We hebben toen karakter getoond door alles netjes af te werken en de schouders eronder te zetten. Tot 2010 bleef het magertjes en langzaam is de handel aangetrokken. Vanaf 2016 gaat het weer echt goed. Ik heb ervan geleerd dat ik kortere, overzichtelijke termijnen moet afspreken en ik maak duidelijkere afspraken. Vroeger mocht het nog weleens een onsje, in ons geval een ton, meer of minder zijn. Dat doen we niet meer.' 

Tekst: Henrike Brouwer
Fotografie: Kees Bennema

< Alle thema's