Baril Coatings: We zijn niet bang voor concurrentie

‘Onze missie luidt: ‘Meer bereiken met minder’. Technisch gezien is dit haalbaar: er is steeds minder verf en coating nodig om kwalitatieve en langdurige bescherming te garanderen. We zoeken daarbij naar partijen in onze keten die klaar zijn voor deze omslag. Maar we merken nog steeds dat wij tegen de stroom in zwemmen.’


Uitgave: Maart-April 2019
Thema’s: Metaalbewerking Metaalbranche Chemie Chemische industrie Schildersbedrijf

In 37 jaar tijd is Baril Coatings uitgegroeid van kleine verf- en coatingproducent tot een ontwikkelaar van innovatieve duurzame coating oplossingen met productielocaties in binnen- en buitenland. In het laboratorium van het hoofdkantoor in Den Bosch wordt door het research & developmentteam dagelijks gewerkt aan de doorontwikkeling van duurzame coatings en biobased verven. ‘We zijn hier al erg ver in. Onze uitdaging is het percentage biobased verder omhoog te schroeven. Daarnaast streven we ernaar om steeds betere bescherming te bieden met minder coating. Zonder in te leveren op kwaliteit dus en het liefst met verbeterde eigenschappen’, vertelt technisch directeur Joost Broeders. Sinds de opening van het nieuwe laboratorium eind 2017 is het aantal R&D-medewerkers uitgegroeid naar vijftien. ‘Duurzaamheid en innovatie komen vanuit een diepgewortelde motivatie. Sterker nog: het is de basis van ons bestaansrecht’, meent commercieel directeur Teun Duijghuisen.

Minder files
Een voorbeeld van Baril’s duurzame innovaties is de gepatenteerde DualCure dunne laag technologie. Deze staat volgens Teun garant voor slijtvastheid, een sterke hechting en blijvende flexibiliteit. ‘Toepassing ervan leidt bovendien tot een flinke reductie van CO2 - en VOS-uitstoot. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat applicateurs een veiliger werkklimaat kunnen creëren met minder impact op de omgeving en kan er dus meer of efficiënter worden geproduceerd. Ook wordt het aantal logistieke handelingen en de kans op beschadigingen teruggebracht.’ Joost vult aan: ‘Naast dat je de efficiency verhoogt en op onderhoudskosten bespaart, wordt met deze toepassing ook minder overlast gecreëerd. Zo is onze coating aangebracht op portalen voor matrixborden, die nu voor hun economische levensduur zijn beschermd. Hierdoor hoeft Rijkswaterstaat minder vaak wegen af te sluiten voor onderhoud aan de portalen en ontstaan er minder files.’

Lef tonen
Genoeg redenen om als metaalbranche massaal deze coatings te omarmen zou je denken. Maar de werkelijkheid is anders, zo vertelt Teun. ‘Opdrachtgevers en overheden leunen nog vaak op voorschriften. Hierin staat bijvoorbeeld vermeld dat er minstens drie of vier lagen coating moeten worden aangebracht. Dat terwijl wij kunnen aantonen dat met onze DualCure technologie twee lagen volstaan om de gewenste bescherming te bereiken of zelfs te overtreffen. Daarom zou de bewijslast doorslaggevend moeten zijn en niet de voorschriften.’ Toch is het Baril gelukt om bij Rijkswaterstaat een voet tussen de deur te krijgen. ‘Het traject voor de portalen heeft in totaal zo’n vijf jaar geduurd. Met een pilotproject kregen we de kans om onszelf te bewijzen. Daarbij zijn we opgetrokken met GS Birkhoff Staalwerken. Zij hebben het lef gehad om in een vroeg stadium te investeren in de DualCure technologie, waarmee hun productieproces maximaal is versneld en verbeterd.’ Volgens Teun staat nog niet iedere verwerker open voor een dergelijke samenwerking. ‘In de huidige economie is veel business gericht op het terugkomen bij opdrachtgevers om onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Dat vraagt om omdenken: door een hogere kwaliteit en langere levensduur te bieden, weet je uiteindelijk meer opdrachtgevers aan je te binden.’

Coca-Cola
Ook niet alle grote verf- en coatingproducenten lopen warm voor de dunne laag technologie. Joost illustreert: ‘Het is alsof je aan Coca-Cola vraagt om 50 procent minder cola te produceren en te verkopen. Collega-bedrijven kiezen vaak nog voor grondstoffen van een lagere kwaliteit waarvan je meer nodig hebt om dezelfde kwaliteit van bescherming te bereiken.’ Teun is echter van mening dat iedere producent ook zijn verantwoording moet nemen. ‘Als branche zullen we samen moeten optrekken om de planeet te beschermen en onze kinderen een toekomst te geven. Alleen kunnen we het niet.’ Om hoogwaardige duurzame verf en coatings te produceren is Baril deels afhankelijk van haar (toe) leveranciers. Daarover is de ontwikkelaar continu in gesprek. ‘In plaats van een bindmiddel uit fossiele stromen willen we deze graag verkrijgen uit onder meer afvalstromen van de bos- en landbouw. Hoe meer partijen deze vraag neerleggen bij een (toe) leverancier, hoe liever. Dan gaat deze er nog meer werk van maken om biobased bestandsdelen te leveren.’ Bang voor concurrentie is Baril niet; alle productinformatie en bewijslast (testcertificaten) staat zelfs vrij toegankelijk op haar website. ‘Als pionier hopen we juist dat andere producenten volgen. Als het aanbod duurzame verf en coatings toeneemt, zal ook de vraag stijgen. In je eentje is het lastiger om opdrachtgevers te overtuigen; samen sta je sterker.’

Lange adem
Het proces om de branche mee te laten bewegen met de markt vergt een lange adem. En die heeft Baril als familiebedrijf ook. Teun: ‘Wij hebben geen aandeelhouders die op korte termijn resultaten willen zien of die continu over onze schouders meekijken. Onze strategie richt zich met innovatie en verduurzaming op de lange termijn.’ Baril ziet zichzelf niet als leverancier, maar als partner in duurzame coatingsoplossingen, stelt Teun: ‘We kijken naar wat de opdrachtgever werkelijk nodig heeft op basis van de projectomstandigheden in plaats van een 1-op-1 alternatief. Daarmee maken we als ontwikkelaar en producent zowel het onderscheid als hét verschil.'

Tekst: Linda Groothuijse
Fotografie: Marjo van de Peppel

< Alle thema's