Het moet wel klikken
Maar in samenwerken met familie schuilt ook een zwakte. Emoties kunnen voor ruzie zorgen, bijvoorbeeld rond de opvolging. Gijs Bartels ziet alleen maar voordelen, maar heeft de constructie van twee bedrijven onder één holding wel eerst uitgeprobeerd. ‘Imke en ik zijn samen het bedrijf ingestapt. Tijdens het aanlooptraject waren mijn ouders nog eigenaar.’ Deze constructie werkte dusdanig goed dat ze zo zijn doorgegaan. ‘We houden elkaar scherp en behoeden elkaar voor te grote avonturen. En omdat onze tafel meerdere poten heeft, zijn we de lastige jaren goed doorgekomen.’ Voorwaarde voor een succesvolle samenwerking is volgens hem een goede klik tussen de familieleden. Leon Hamers (Hamers Binnengewoon Goed) ervaarde dat je als samenwerkende broers met een prima klik, toch té dicht op elkaar kunt zitten. ‘Samen met mijn broer ben ik eigenaar van Hamers Binnengewoon Goed. Mijn vader vormde het familiebedrijf, een kolenzaak, om tot doe-het-zelf-zaak en inmiddels zijn we gespecialiseerd in vloeren, kasten, deuren en plafonds. In het begin opereerden mijn broer en ik vanuit dezelfde vestiging, maar dat werkte niet goed. Nu werken we beide vanuit een eigen vestiging en gaat het prima.’ Hij herkent wat Gijs vertelt over lastige perioden. ‘Wij plukten in moeilijke tijden ook de vruchten van samenwerken met familie. Het praat makkelijker met iemand die dezelfde belangen heeft.’ Natasja Leijser werkt en spart graag met haar vader. Toch lag het niet voor de hand dat zij de zaak in zou gaan. ‘Ik ben advocaat geworden. Toen dat niet meer beviel, trok het familiebedrijf me ineens wel. Het zit blijkbaar toch in mijn DNA.’ Bart Haans (Haans Autoschade) wilde zijn vader graag opvolgen, maar wel alleen. ‘Het was een bewuste keuze om dit niet samen met mijn zus te doen en mijn vader stond daarachter.’
Neutrale sparringpartners
Ook de ondernemers die de dagelijkse leiding met familieleden delen, kiezen bewust voor de inzet van professionals van buiten de familie. Gijs Hoefnagels (Hoefnagels Branddeuren): ‘Eén van onze directieleden is geen familie, dit levert ons een neutrale kijk op het bedrijf op en een sparringpartner.’ Hij is de vierde generatie binnen het bedrijf. ‘Samen met mijn oom ben ik aandeelhouder. Mijn neef, die nu ook al in het bedrijf werkt, zal hem hoogstwaarschijnlijk opvolgen.’ De familie Bogaers is sinds 1921 eigenaar van Vollenhoven Olie. Thomas Bogaers (Vollenhoven Olie): 'Onze voornaamste tak van sport is de exploitatie van AVIA-tankstations. Wij hebben een externe commissaris die ervaring heeft met grote bedrijven.’ Gijs Bartels reageert: ‘Wij werken ook met iemand die ons al jaren volgt en indien nodig een neutrale rol kan spelen’. Ook Pieter Remmers (sinds begin 2014 actief in familiebedrijf Remmers Bouwgroep) werkt nauw samen met een directielid dat geen familie is en met een financiële man voor wie dat ook geldt. ‘Het mooie aan deze samenwerking is dat we elkaar goed aanvullen, elkaar inspireren en gezonde discussies voeren.’ Ralph Dansen (tweede generatie bij FD Architecten) pakt dit anders aan 'Ik had een externe begeleider toen ik in het bedrijf kwam. Inmiddels werken we samen met andere architectenbureaus om een breder dienstenpakket te kunnen bieden.’ En ook dat levert goede sparringpartners op die geen familie zijn.
Jongere opvolgers
Bart Haans volgde zijn vader zeventien jaar geleden op. Dat verliep soepel. ‘In het begin vroegen medewerkers en klanten nog om mijn vader, maar hij schoof alles door naar mij. De eerste keer dat hij me naar een bedrijf stuurde om een offerte uit te brengen voor het overspuiten van 500 busjes vroeg ik: hoe denk jij erover? Hij antwoordde: dat doet er niet toe, jij gaat er naartoe, je zorgt dat je de klus binnenhaalt en dat we er iets aan verdienen. Ik heb nooit discussies met hem gehad. Af en toe vroeg hij me wel waarom ik iets op een bepaalde manier deed.’ Verloopt het overal zo soepel? Niels Govers (Witlox Van den Boomen Belastingadviseurs) geeft aan: ‘Ik kom bij veel familiebedrijven en zie dat zaken loslaten na de bedrijfsoverdracht voor ouders soms best lastig is. Dan hoor ik bijvoorbeeld dat pa nog iedere dag het banksaldo wil controleren.’ Vertrouwen in de opvolger en vooraf helder hebben wie wanneer het eigenaarschap over mag nemen, zijn cruciale punten. De debaters adviseren om een dochter of zoon eerst in een ander bedrijf te laten werken. Een periode in het buitenland kan ook een mooie toevoeging zijn. Doordat technologieën steeds sneller vernieuwen, blijven directeuren minder vaak tot op hoge leeftijd zitten. Ondernemers kunnen hun bedrijf makkelijker loslaten, omdat ze duidelijk zien wat de verschillen zijn met de jongere generatie. Deze tijd vraagt om ondernemers met nieuwe, onconventionele ideeën’, aldus Bart Franken. Bart Haans is het daarmee eens. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je als ondernemer niet te lang op de bok moet blijven zitten. Ik merk nu al aan mezelf dat ik sommige dingen teveel vind. Maar mijn zoon die nog niet eens meewerkt, staat te springen om ze op te pakken.’ Toch signaleert Niels Govers dat overdrachten regelmatig worden uitgesteld, omdat ouders moeite hebben een bedrijf direct na een aantal slechte jaren over te dragen. ‘Terwijl veel bedrijven er financieel gezien goed genoeg voor staan. Ouders willen toch wat meer vet op de botten voordat ze hun bedrijf overdragen.’ Gian Ploegmakers, eigenaar van Regio Business merkt op: ‘Ik zie ook familiebedrijven die bewust zoeken naar een opvolger buiten de familie.’ Volgens Leon Hamers is het voor een aantal familiebedrijven in lastige branches zoals schoenen en kleding wellicht beter om helemaal te stoppen. Thomas Bogaers is het daar niet helemaal mee eens. ‘Ik ken een mooi schoenenbedrijf dat dankzij de ideeën van een zoon weer is opgebloeid. Hij startte met online verkoop.’
Familiestatuut
Wat doen eigenaren van een familiebedrijf als er geen geschikte opvolger binnen de familie is? Staat continuïteit voorop of is het behouden van het predikaat familiebedrijf belangrijker? Gijs Hoefnagels: ‘Als mijn zoon en dochter niet in de zaak willen, dan gaat mijn deel naar een familielid dat wel actief is in het familiebedrijf. Dat gebeurt ook als ik vroegtijdig zou overlijden. Het is belangrijk hier goede afspraken over te maken.’ Niels Govers bevestigt: ‘Het vastleggen van afspraken in een familiestatuut is op dit moment erg actueel. Maak afspraken over de verdeling en over wanneer familie het bedrijf in mag.’ ‘Dat is ook één van de eerste vragen die wij stellen aan familiebedrijven: hoe heb je het geregeld voor nu en de toekomst?’ zegt Bart Franken. ‘Wat gebeurt er als twee kinderen wel het bedrijf in willen en een derde niet?’ Volgens de debaters is tijd een reden om het familiebedrijf niet over te nemen. Aan het hoofd van een familiebedrijf staan, betekent 24/7 met de zaak bezig zijn. Thomas Bogaers schetst: ‘De jeugd hecht meer waarde aan vrije tijd en er zijn meer tweeverdieners die worstelen met de indeling van hun tijd.’ Gijs Hoefnagels herkent dit. ‘Veel mensen hebben inderdaad moeite zich te committeren aan het aantal uren.’
Bedrijf de familie uit
De ondernemers hier aan tafel kunnen zich zeker voorstellen dat hun bedrijf niet altijd in handen van de familie zal blijven. Natasja Leijser: ‘Het gaat mijn vader erom dat ik passie heb voor ons bedrijf. Als ik ermee wil stoppen, vindt hij dat prima.’ Bart Franken adviseert ondernemers met familiebedrijven ook weleens om de zaak te verkopen aan een andere partij. ‘Zodat ze hun kinderen een startkapitaal kunnen geven voor de start van een nieuw bedrijf.’ Niels Govers bevestigt: ‘Soms help je een familie juist door hen ‘familie-ellende’ te besparen.’ Wie het familiebedrijf dan ook overneemt, de stijl van ondernemen en leidinggeven verandert. De ondernemer die vanuit zijn kantoortje orders de werkvloer over roept en zijn doelen niet openbaar maakt, is niet meer van deze tijd. Maar verantwoordelijkheden bij anderen leggen, kan lastig zijn. Thomas Bogaers: ‘Het is een continu spanningsveld. Ik moet verantwoordelijkheden overdragen, maar mijn medewerkers moeten die vervolgens ook nemen.’ Pieter Remmers: ‘Wij zijn echte samenwerkers dus onze medewerkers inspireren elkaar, delen kennis en zijn geprikkeld om processen voortdurend te verbeteren.’ Bart Haans vertelt: ‘Ik drink iedere ochtend koffie met mijn medewerkers en maak ook een auto-interieur schoon als het druk is. Hiermee creëer ik betrokkenheid. Mijn mensen zijn bereid een stapje extra te zetten.’ De meeste mensen zijn op dit moment blij een baan te hebben, maar dat gaat veranderen. En als je dan als ondernemer in staat bent je medewerkers te binden, bijvoorbeeld met de voordelen van een familiebedrijf, ben je spekkoper. Pieter Remmers: ‘Zorg dat je een aantrekkelijke organisatie bent. Het allerbelangrijkste zijn tevreden medewerkers die met passie werken en met trots praten over je bedrijf.’ Ralph Dansen slaagt daar goed in. Hij vertelt: ‘Veel stagiaires komen terug voor een tweede stage en blijven graag voor ons werken.’
Tot besluit
Tot slot terug naar de cijfers. Als het inderdaad klopt, dat 50% van de familiebedrijven geen opvolger binnen de familie vindt, dan zal het verdwijnen van hun krachten een flinke impact hebben op de economie. Ook het feit dat financiering steeds lastiger wordt, heeft invloed op het aantal succesvolle opvolgingen. Gijs Bartels geeft aan dat hij en zijn zus het bedrijf van hun ouders alleen over konden nemen doordat het vastgoed op het 12 ha tellende landgoed onder de Natuurschoonwet valt en er dus geen successierechten over betaald hoefden te worden. Niels Govers reageert: ‘Er bestaat een fiscale bedrijfsopvolgingsregeling om de overgang binnen families te vergemakkelijken, deze regeling is nu nog ruim maar kost de overheid veel geld.’ Ook Bart Franken verwacht dat deze regeling teruggeschroefd zal worden.
Adviezen van de deelnemers:
Bart Franken: ‘Let meer op marges.’
Bart Haans: ‘Blijf niet te lang op de bok zitten.’
Pieter Remmers: ‘Zorg dat je een aantrekkelijke organisatie bent.’
Gijs Hoefnagels: ‘Zorg voor een plan rond opvolging.’
Natasja Leijser: ‘Het is fijn om met familie te sparren, maar het moet wel klikken.’
Ralph Dansen: ‘Samenwerking met bedrijven binnen de eigen branche levert sparringpartners op.’
Gijs Bartels: ‘Iemand van buiten de familie kan fungeren als neutrale partij.’
Thomas Bogaers: ‘De jeugd hecht meer waarde aan vrije tijd.’
Niels Govers: ‘Zet een bedrijfsoverdracht tijdig op de familieagenda.’
Leon Hamers: ‘Bedrijven in sommige branches kunnen wellicht beter tijdig stoppen.’